●
Wegen met geïntegreerde metalen voorwer-
pen, bijv. trein- of tramsporen.
●
Wegen met losse steentjes.
Let vooral op wanneer u ACC gebruikt in de
volgende situaties:
In bochten
De ACC merkt mogelijk de voorligger in de
bocht niet op of regelt de afstand tot voer-
tuigen die zich op andere rijstroken bevinden
›››
afb. 132
.
Voertuigen buiten het gebied van de sensor
In de volgende rijsituaties kan de ACC niet,
laattijdig of ontoepasselijk reageren:
●
Voertuigen die uit de lijn rijden of buiten het
detectiegebied van de sensor, bijvoorbeeld
›››
motorfietsen
afb. 132
●
Voertuigen die naar uw rijstrook wisselen op
korte afstand van uw wagen
●
Voertuigen met ladingen of accessoires die
aan de zijkanten, achter- of bovenzijde uitste-
ken.
Voorwerpen die niet worden gedetecteerd
De ACC-functie detecteert en reageert enkel
op voertuigen die zich in dezelfde richting ver-
plaatsen. Ze detecteert dus niet:
●
Personen
●
Dieren
196
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
●
Voertuigen die in tegengestelde richting rij-
den of dwars kruisen
●
Andere stilstaande obstakels
De ACC kan niet reageren op stilstaande voer-
tuigen. Als een voertuig herkend door de ACC
bijv. draait of opzij gaat en er zich voor dit
voertuig een stilstaand voertuig bevindt, zal de
ACC hier niet op reageren
WAARSCHUWING
Indien u de ACC in de beschreven situaties
gebruikt, kunnen er zich ernstige ongeval-
len of levensgevaarlijke letsels voordoen. Bo-
vendien kunnen wettelijke overtredingen be-
gaan worden.
Oplossing van problemen
.
ACC niet beschikbaar
›››
afb. 133
.
Het controlelampje gaat geel branden:
●
De radarsensor is vuil of verkeerd afgesteld,
houd rekening met de aanwijzingen beschre-
ven aan het begin van dit hoofdstuk
184
●
Er is een storing of defect. Schakel het con-
tact uit en na enkele minuten weer in.
●
Indien het probleem zich blijft voordoen, ga
dan naar een gespecialiseerde werkplaats.
De ACC werkt niet zoals verwacht
●
Controleer of de radarsensor voldoet aan de
voorwaarden voor juiste werking
●
Indien de remmen oververhit raken, wordt
de regeling automatisch onderbroken. Wacht
tot ze afgekoeld zijn en controleer de werking
opnieuw.
›››
afb. 133
.
●
Ongewone geluiden tijdens het automatisch
remmen van de ACC zijn normaal en wijzen
niet op een storing.
Onderstaande voorwaarden kunnen tot ge-
volg hebben dat de ACC niet reageert:
●
Het gas- of rempedaal is ingetrapt.
●
Er is geen enkele versnelling geschakeld of
de versnelling R is gekozen.
●
De wagen rijdt achteruit.
●
De ESC is in werking.
●
De bestuurder heeft de veiligheidsgordel
niet omgegespt.
●
Het toerental is te hoog of te laag.
●
Een remlicht van de wagen is defect.
›››
●
Een remlicht van de aanhangwagen is defect.
pag.
●
De parkeerrem is vastgezet.
●
De bestuurder rijdt op een steile helling.
›››
pag.
184.