Niet-herkende voorwerpen
●
Voertuigen die buiten het bereik van de sen-
soren rijden op korte afstand van de eigen wa-
gen.
●
Voertuigen die plots veranderen naar de
rijstrook waar de wagen rijdt.
●
Voetgangers die niet herkend kunnen wor-
den omdat ze deels of geheel verborgen zijn.
●
Voorwerpen zoals muren, palen, afsluitingen,
bomen of garagedeuren.
●
De lading en accessoires van andere voertui-
gen die aan de zijkant, achterzijde of boven-
zijde uitsteken.
●
Voertuigen die het eigen traject kruisen.
●
Voetgangers of fietsers die stilstaan of nade-
ren in tegengestelde richting.
Beperkingen van de werking
In de volgende situaties werkt de Front Assist
mogelijk op beperkte of ongewenste wijze. Het
volgende pictogram
wordt getoond op het
instrumentenpaneel, met de melding Front
Assist met beperkingen.
●
Als de radarsensor of frontcamera uitgescha-
keld of stuk is.
●
Als de radarsensor of frontcamera vuil of be-
dekt is.
●
Bij het nemen van scherpe bochten of com-
plexe trajecten.
●
Als het gaspedaal stevig of helemaal inge-
trapt wordt.
202
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
●
Als de ESC actief regelt of stuk is.
●
Verschillende lichten van de wagen of van
de elektrisch vastgekoppelde aanhanger zijn
defect.
●
Als de wagen achteruit rijdt.
●
Bij sneeuw of hevige regenval.
●
Bij een verblindende zon of complete duis-
ternis.
●
In- en uitgangen van tunnels.
●
In moeilijke rijsituaties (zoals vluchtheuvels)
kan de Front Assist waarschuwen en ingrijpen
op de remmen zonder dat dit nodig is.
Voor meer details raadpleegt u het gedeelte
›››
pag.
183.
De functie handmatig in- en uit-
schakelen
Afb. 136
Op het display van het
instrumentenpaneel: indicatie van Front
Assist uitgeschakeld.
De indicaties van de Front Assist verschijnen
op het scherm van het instrumentenpaneel.
De Front Assist is actief bij inschakelen van het
contact. Op het moment dat de wagen wordt
aangezet, is de Front Assist mogelijk korte tijd
niet beschikbaar terwijl het systeem wordt op-
gestart. Tot zolang wordt het volgende picto-
gram op het scherm van het instrumentenpa-
›››
neel getoond
afb.
135.
Wanneer de Front Assist uitgeschakeld is, zijn
ook de functie van voorwaarschuwing en de
afstandswaarschuwing uitgeschakeld. CUPRA
beveelt aan om de Front Assist ingeschakeld
te laten, behalve in de situaties beschreven in
›››
pag.
203.
Front Assist in- en uitschakelen
Met ingeschakeld contact kan de Front Assist
als volgt worden in- en uitgeschakeld:
●
Via het infotainmentsysteem: druk op de
functietoets
> Bestuurdershulpsysteem >
Smart Assistants > Front Assist
●
OF: Selecteer de juiste optie in het menu
via de toets van de hulpsystemen voor de be-
›››
stuurder
pag.
184.
Wanneer de Front Assist is uitgeschakeld, ver-
schijnt op het instrumentenpaneel de aanwij-
zing
.
Telkens wanneer het contact wordt ingescha-
keld, verschijnt de Front Assist opnieuw als ac-
tief.
›››
pag.
38.