Bijzonderheden
●
Het alarmsysteem blijft geactiveerd bij ont-
grendelde wagens. Het alarm gaat echter niet
›››
af
pag.
99.
●
Na het openen van portier aan bestuurders-
zijde hebt u 15 seconden om het contact in te
schakelen. Daarna gaat het alarm af.
●
Schakel het contact in. De elektronische
wegrijblokkering herkent een geldige sleutel en
schakelt het alarmsysteem uit.
Let op
Het alarmsysteem wordt niet geactiveerd
wanneer de wagen handmatig wordt ver-
grendeld met de sleutelbaard
Portieren noodvergrendelen zon-
der slotcilinder
Afb. 73
Portier noodvergrendelen.
102
Als de centrale vergrendeling uitvalt, moeten
de portieren zonder slotcilinder apart worden
vergrendeld.
De noodvergrendeling bevindt zich aan de
voorzijde van het bijrijdersportier en van de
achterportieren. Ze is enkel zichtbaar wanneer
het portier geopend is.
●
Haal zo nodig de rubberen pakking
voorzijde van het portier
●
De sleutel in de gleuf in de binnenkant steken
en naar rechts (rechterportier) resp. naar links
(linkerportier) draaien tot tegen de aanslag.
●
Afdekkap terugplaatsen.
›››
pag. 94
Nadat het portier is vergrendeld, kan het por-
.
tier niet meer van buitenaf worden geopend.
Het portier kan van binnenuit worden ontgren-
deld en geopend door eenmaal aan de slot-
greep te trekken.
Openen en sluiten
van de
›››
afb.
73.
Kinderslot
Afb. 74
Kinderslot in het linkerportier.
De kindersloten voorkomen dat de achterpor-
tieren van binnenuit kunnen worden geopend.
Hierdoor wordt voorkomen dat kinderen per
ongeluk een portier openen tijdens het rijden.
Deze functie is onafhankelijk van het elektro-
nische ontgrendel- en vergrendelsysteem van
de wagen. Het is alleen van toepassing op de
achterste portieren Het kan enkel mechanisch
worden geactiveerd of gedeactiveerd, zoals
hierna beschreven.
Kinderslot inschakelen
●
Wagen ontgrendelen en het portier openen
dat beveiligd moet worden.
●
Draai met geopend portier de gleuf met
de autosleutel rechtsom voor linkerportieren
›››
afb. 74
en linksom voor rechterportieren.