Motorregeling en uitlaat-
gasreinigingssysteem
Inleiding tot thema
WAARSCHUWING
Door de hoge temperaturen die in het
uitlaatgasreinigingssysteem kunnen voorko-
men, mag u de wagen niet op een licht
ontvlambaar oppervlak parkeren. Er bestaat
brandgevaar!
WAARSCHUWING
Geen conserveringsmiddelen gebruiken voor
de onderkant van de wagen nabij de uitlaat:
brandgevaar!
Katalysator
Voor een lange levensduur van de katalysa-
tor
●
Gebruik voor een benzinemotor uitsluitend
loodvrije benzine.
●
Rijd de tank niet helemaal leeg.
1)
Behalve benzinemotoren 2.0l en 2.5l TSI.
324
Brandstof en reiniging van uitlaatgassen
●
Bij het vervangen of toevoegen van mo-
torolie, de benodigde hoeveelheid niet over-
›››
schrijden
pag. 350, Motoroliepeil contro-
leren en motorolie
bijvullen.
●
De wagen niet aanslepen, maar startkabels
›››
gebruiken
pag.
329.
Als u overslaan van de ontsteking, vermogens-
verlies of slecht draaien van de motor con-
stateert, de wagen door een gespecialiseerde
werkplaats laten controleren. In het algemeen
gaat het uitlaatgascontrolelampje
wanneer zich een van deze symptomen voor-
doet. Onverbrande brandstof zou zo in het uit-
laatsysteem en dus in de atmosfeer terecht
kunnen komen. Bovendien kan de katalysator
door oververhitting worden beschadigd.
LET OP
De brandstoftank niet helemaal leeg rijden,
omdat een onregelmatige brandstoftoevoer
storingen in de ontsteking kan veroorzaken.
Hierbij komt onverbrande benzine in het uit-
laatsysteem - dat kan tot oververhitting en
beschadiging van de katalysator leiden.
Milieu-aanwijzing
Ook bij een goed werkend uitlaatgasreini-
gingssysteem kan bij bepaalde bedrijfsfunc-
ties van de motor een zwavelachtige uitlaat-
gaslucht ontstaan. Dit hangt van het zwavel-
gehalte van de brandstof af. Vaak is het kie-
zen van een ander brandstofmerk genoeg.
Roetfilter
branden
Geldig voor: wagens met roetfilter voor ben-
zine- of dieselmotoren
Het roetfilter filtert vrijwel alle roetdeeltjes uit
de uitlaatgassen uit. Tijdens normaal rijden
wordt het filter vanzelf gereinigd. Indien het fil-
ter niet vanzelf wordt gereinigd (bijv. er worden
voortdurend korte trajecten afgelegd), raakt
het verstopt met roet en verschijnt de vol-
gende aanwijzing voor de bestuurder:
Roetfilter: wordt gereinigd tij-
dens het rijden. Zie instructie-
boekje.
Het roetfilter moet gereinigd worden (regene-
ratie).
Regeneratie van het roetfilter in benzine- en
dieselmotor
1)
Voorwaarde voor regeneratietraject: de motor
is op bedrijfstemperatuur.