Let op
● Als u tijdens het rijden per ongeluk naar
stand N hebt geschakeld, moet u het gas los-
laten en wachten totdat de motor weer op
stationair toerental draait voordat u rijstand
D of S inschakelt.
● Als de voeding wordt onderbroken met ac-
tieve parkeervergrendeling P, kan de hen-
del niet meer worden verplaatst. In dit geval
moet u de noodontgrendelprocedure uitvoe-
ren. Roep daarvoor de hulp in van gespeciali-
seerd personeel.
Let op
● Als u een rijstand heeft gekozen maar de
wagen noch vooruit, noch achteruit rijdt, ga
dan als volgt te werk:
– Als de wagen niet in de gewenste richting
rijdt, heeft het systeem de rijstand waar-
schijnlijk niet correct ingeschakeld. Trap
het rempedaal in en schakel de rijstand op-
nieuw in.
– Als de wagen nog steeds niet in de ge-
wenste richting rijdt, is er sprake van een
systeemstoring. Roep hulp van specialisten
in en laat het systeem nakijken.
170
Rijden
Versnellingen schakelen in Tiptro-
nic-stand
Afb. 116
Stuur: hendels voor automatisch
schakelen.
In wagens met een automatische transmissie
kunt u met het Tiptronic-systeem handmatig
schakelen.
Als u het Tiptronic-programma selecteert,
wordt de momenteel gekozen rijdstand aange-
houden. Dit is mogelijk als het systeem niet
automatisch van rijstand verandert vanwege de
verkeerssituatie van dat moment.
Bediening van Tiptronic met peddels op het
stuur
De peddels kunnen worden gebruikt als de
keuzehendel in de stand D/S staat.
●
Druk op de peddel
om op te schakelen
+
›››
afb.
116.
●
Druk op de peddel
om terug te schakelen.
–
●
Om de Tiptronic-stand te verlaten, trekt u de
peddel gedurende ongeveer 1 seconde naar
het stuur.
Om de Tiptronic-functie onbeperkt actief te
houden, zet u de keuzehendel in stand S. In-
dien de keuzehendel zich in stand D bevindt
en de peddels worden enige tijd niet bediend,
wordt de Tiptronic-functie automatisch verla-
ten.
LET OP
●
Indien bij het accelereren geen hogere ver-
snelling wordt geselecteerd, wordt automa-
tisch geschakeld even voordat het maximaal
toegestane toerental is bereikt.
●
Wordt een lagere versnelling gekozen, dan
zal het systeem niet schakelen tot wordt
vastgesteld dat de motor het maximale toe-
rental niet zal bereiken.
Rijden met automatische versnel-
lingsbak
De vooruitversnellingen worden automatisch
op- en teruggeschakeld.
De motor kan enkel worden gestart met hen-
del in stand N en de knop P moet branden (de
parkeervergrendeling blijft actief).