Inhoudsopgave
Advertenties
WAARSCHUWING
Motorolie alleen zelf verversen, wanneer u
over de noodzakelijke vakkennis beschikt!
●
Voordat u de motorkap opent, eerst de
waarschuwingen lezen en opvolgen
340
.
●
Motor eerst laten afkoelen. Hete olie kan
brandwonden veroorzaken.
●
Een beschermende bril dragen - gevaar
door etsende werking van oliespetters.
●
Uw arm horizontaal houden, als u de olie-
aftapplug met de hand losdraait, zodat de
eruit lopende olie niet langs uw arm naar be-
neden kan lopen.
●
Als uw huid met motorolie in contact is ge-
komen, dan dient u uw huid vervolgens gron-
dig te wassen.
●
Olie is giftig! Oude olie buiten het bereik
van kinderen bewaren.
LET OP
Geen extra smeermiddel aan de motorolie
toevoegen. De motor kan hiervan schade on-
dervinden. Schade die door zulke middelen
ontstaat, valt niet onder de garantie.
352
Controleren en bijvullen
Milieu-aanwijzing
● Wij adviseren u de motorolie en het oliefil-
ter bij een Technische Dienst te laten vervan-
gen.
›››
● In geen geval mag olie in de riolering of in
pag.
de grond terechtkomen.
● Voor het opvangen van de afgewerkte olie
een hiervoor bestemde bak gebruiken die
de gehele oliehoeveelheid van uw motor kan
opvangen.
Oplossing van problemen
Motoroliedruk te laag
Het controlelampje gaat rood branden.
Rijd niet verder! Motor uitzetten. Contro-
leer het motoroliepeil.
●
Knippert het lampje
drie waarschuwingssignalen, de motor afzet-
ten en het oliepeil controleren. Zo nodig olie
›››
bijvullen
pag.
●
Als het symbool
oliepeil in orde is, niet verder rijden. De motor
mag ook niet stationair draaien. Roep de hulp
in van een professional.
Motoroliepeil te laag
Het controlelampje gaat geel branden.
en klinken daarbij
350.
knippert, hoewel het
●
Controleer zo snel mogelijk het motoroliepeil
›››
pag.
350.
●
Vul bij de eerstvolgende gelegenheid olie bij.
Storing in de oliepeilsensor
Het controlelampje gaat geel knipperen.
●
Ga naar de werkplaats van een officiële dea-
ler voor reparatie.
●
Veiligheidshalve het oliepeil elke keer bij het
tanken controleren.
12 volt-accu
Inleiding tot thema
De 12 volt-accu zit in de motorruimte of in de
bagageruimte (hybride voertuigen PHEV). De
12 volt-accu wordt gecontroleerd en eventueel
vervangen in het kader van de onderhouds-
werkzaamheden.
Voor de werkzaamheden aan de accu is spe-
ciale vakkennis vereist! Geadviseerd wordt
om hulp te vragen van een gespecialiseerd
CUPRA-servicecentrum, officiële SEAT-dealer
of een gespecialiseerde werkplaats bij proble-
men met de accu: gevaar voor brandwonden
en explosiegevaar van de accu!
De accu mag niet geopend worden! Het
vloeistofpeil van de accu niet trachten te wijzi-
gen. Anders kan er explosief gas uit de accu
ontsnappen, met explosiegevaar als gevolg.
Advertenties
Inhoudsopgave
