WAARSCHUWING
Het stads- of dagrijlicht is niet helder genoeg
om de weg voor u voldoende te verlichten of
door andere verkeersdeelnemers te worden
gezien.
●
Schakel daarom 's nachts, bij regen of bij
slecht zicht altijd het dimlicht in.
●
U mag nooit met dagrijlicht rijden als de
weg slecht verlicht is vanwege de weersom-
standigheden of als het donker is.
WAARSCHUWING
Als de koplampen te hoog zijn afgesteld en
verkeerd worden gebruikt, kunnen overige
weggebruikers hierdoor worden afgeleid en
verblind. Dit kan ernstige ongevallen tot ge-
volg hebben.
●
Zorg er altijd voor dat de koplampen cor-
rect zijn afgesteld.
Let op
● De bestaande wettelijke verlichtingsvoor-
schriften voor elk land moeten in acht wor-
den genomen.
● Het dimlicht brandt alleen bij ingeschakeld
contact. Bij het uitschakelen van het contact
wordt het stadslicht automatisch ingescha-
keld.
Verlichting van de wagen
Lichten
● Het licht van het mistachterlicht kan het
achteropkomend verkeer verblinden. Ge-
bruik de mistachterlichten alleen bij gering
zicht.
● Wanneer de lichten zijn uitgeschakeld of
in stand
of
staan en de lichten voor
slecht weer worden ingeschakeld, gaat ook
het dimlicht branden onafhankelijk van het
omgevingslicht.
Knipperlicht- en grootlichthendel
Afb. 100
Knipperlicht- en
grootlichthendel (naargelang de versie).
Hendel in de gewenste stand zetten:
Rechter knipperlicht of rechter parkeer-
1
licht (contact uitgeschakeld).
Linker knipperlicht of linker parkeerlicht
2
(contact uitgeschakeld).
Het grootlicht aanzetten. Het controle-
3
lampje
gaat branden in het instrumen-
tenpaneel.
Het grootlichtsignaal wordt ingeschakeld
4
door te trekken aan de hendel. Het con-
trolelampje
gaat branden in het instru-
mentenpaneel.
Zet de hendel in de ruststand om de betref-
fende functie in te schakelen.
Comfortlichten
Beweeg de hendel met ingeschakeld contact
omhoog of omlaag tot aan het punt waar u
enige weerstand voelt en laat de hendel los.
Het knipperlicht knippert driemaal.
Om de comfortknipperlichten vroegtijdig uit te
schakelen, beweegt u de hendel onmiddellijk
in tegengestelde richting tot aan het punt waar
u enige weerstand voelt en dan laat u de hen-
del los.
De comfortknipperlichten kunnen worden in-
en uitgeschakeld in het infotainmentsysteem,
in het menu van de wageninstellingen
38.
Parkeerlicht
Het parkeerlicht brandt alleen bij uitgeschakeld
contact. Als het licht is ingeschakeld, klinkt er
een akoestisch signaal zolang het bestuurder-
sportier is geopend.
●
Schakel het contact uit.
●
Hendel omhoog- of omlaagdrukken.
›››
pag.
125