Inhoudsopgave
Advertenties
Aanwijzingen op het scherm
Afb. 140
Op het scherm van
het instrumentenpaneel: weergave
van de ondersteunde rijstrookwisseling
(schematische voorstelling).
Aangrenzende rijstrook gemarkeerd: er
1
kan aan die kant gewisseld worden van
rijstrook.
De pijlen op de eigen rijstrook geven aan
2
dat de rijstrookwissel beschikbaar is.
Geel spoor op de inhaalstrook. De rijst-
3
rookwissel wordt uitgevoerd.
De ondersteunde rijstrookwisseling in- en
uitschakelen
U kunt de ondersteunde rijstrookwisseling in-
en uitschakelen in het infotainmentsysteem.
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Bestuurdershulpsysteem (Travel Assist)
1. Ga naar het menu van het hulpsysteem.
2. Selecteer Travel Assist.
3. Schakel de ondersteunde rijstrookwisseling
in of uit als subfunctie van de Travel Assist.
Let op
● Indien er zich een storing voordoet in
het systeem, kan de ondersteunde rijstrook-
wisseling automatisch worden uitgeschakeld
of onderbroken tijdens het veranderen van
rijstrook.
● Indien de rijstrookwisselhulp (Side Assist)
niet beschikbaar is, zal de ondersteunde
rijstrookwisseling dat ook niet zijn.
De ondersteunde rijstrookwisseling inscha-
kelen tijdens het rijden
1. Druk op de toets
.
Op het display van het instrumentenpaneel
worden de pijlen van de eigen rijstrook ge-
toond.
Van rijstrook wisselen
Indien het systeem geen enkel voorwerp heeft
gedetecteerd in het detectiegebied van het
sensorsysteem en een ondersteunde wisseling
naar een aangrenzende rijstrook mogelijk is,
wordt de betreffende rijstrook op het scherm
van het instrumentenpaneel getoond samen
met de rijstrook van de bestuurder.
1. Door bediening van het comfortknipperen
aan de gewenste zijde wisselt de auto van
rijstrook. Tevens verschijnt een bericht.
Tijdens het wisselen van rijstrook wordt het
knipperlicht automatisch ingeschakeld aan de
betreffende zijde. Na afloop van de rijstrook-
wissel gaat het knipperlicht automatisch uit.
WAARSCHUWING
Het sensorsysteem kan niet alle voorwerpen
in de omgeving op betrouwbare wijze de-
tecteren en werkt enkel binnen de grenzen
van het systeem. Indien de ondersteunde
rijstrookwisseling op onverantwoorde wijze
wordt gebruikt, kunnen ongevallen en ern-
stige letsels het gevolg zijn. Ondanks het sys-
teem moet de bestuurder te allen tijde op-
merkzaam blijven.
●
Voordat u van rijstrook wisselt, moet u kij-
ken of dit veilig kan. Met name voorwerpen
die snel naderen worden mogelijk niet op tijd
gedetecteerd.
●
Houd uw handen altijd op het stuur en
wees klaar om de rijsnelheid en -richting zelf
te controleren.
De ondersteunde rijstrookwisseling onder-
breken
1. Druk kort op de toets .
OF: Trap het rempedaal in.
209
Advertenties
Inhoudsopgave
