Inhoudsopgave
Advertenties
Parkeren en manoeu-
vreren
Wagen parkeren
Parkeren
Houd rekening met de wettelijke bepalingen
wanneer u de wagen parkeert.
1. Schakel de elektronisch parkeerrem in
›››
pag.
217.
2. Automatische versnellingsbak: activeer de
parkeervergrendeling door te drukken op
de knop P.
3. Stop de motor en schakel het contact uit.
Draai het stuurwiel licht tot het stuurslot
vastklikt.
4. Handgeschakelde versnellingsbak:schakel
op vlak terrein en hellingen de eerste ver-
snelling of de achteruitversnelling op hel-
lingen in, en haal uw voet van het koppe-
lingspedaal.
5. Op hellingen draait u het stuurwiel zo dat
de geparkeerde wagen tegen de stoeprand
rolt als hij in beweging zou komen.
›››
6. Verlaat de wagen
andere weggebruikers!
7. Neem alle sleutels mee en vergrendel de
wagen.
216
Parkeren en manoeuvreren
Om schade en gevaarlijke situaties te vermij-
den, parkeert u de wagen altijd op een geschikt
oppervlak
WAARSCHUWING
Indien u de wagen niet goed parkeert, kan
hij zelfs op lichte hellingen wegrollen. Dit kan
ongevallen en ernstige letsels tot gevolg heb-
ben.
●
Bij het parkeren moet u altijd de handelin-
gen in de juiste volgorde uitvoeren.
●
Voordat u de wagen verlaat, moet u zich
ervan verzekeren dat de elektronische par-
keerrem is ingeschakeld.
WAARSCHUWING
Indien kinderen, hulpbehoevende persoon
of dieren zonder toezicht in de wagen wor-
den achtergelaten, kunnen er zich ongeval-
len en ernstige letsels voordoen.
●
Laat kinderen, hulpbehoevende persoon of
dieren nooit zonder toezicht achter in de wa-
gen. Ze kunnen de schakelknop bedienen
en zo de elektronische parkeerrem uitscha-
kelen. De wagen kan dan in beweging komen.
●
Laat kinderen, hulpbehoevende persoon of
dieren nooit achter in de wagen. Afhankelijk
van het jaargetijde kunnen in een gesloten
. Let goed op voor
wagen zeer hoge of lage temperaturen be-
reikt worden.
●
Neem bij het verlaten van de wagen altijd
alle sleutels mee.
›››
.
LET OP
Door onregelmatigheden in het wegdek,
zand of modder kan de wagen mogelijk niet
juist geparkeerd worden en schade oplopen.
●
Parkeer de wagen altijd op een effen en
stevige ondergrond.
LET OP
De componenten aan de onderzijde van de
wagen zoals bumpers, spoilers en delen van
het onderstel kunnen beschadigd raken wan-
neer u over uitstekende voorwerpen rijdt.
●
Wees voorzichtig bij het binnenrijden van
gebouwen, afrijden van hellingen, oprijden
van stoepranden of het verlaten van vaste
markeringen.
LET OP
Parkeer niet in omgevingen waarin het hete
uitlaatsysteem in contact kan komen met
droog gras, struikgewas, uitgelopen brand-
stof of andere ontvlambare materialen.
Advertenties
Inhoudsopgave
