●
Snelheid en rijstijl aanpassen aan het weer,
het wegdek, het zicht en de verkeersomstan-
digheden.
●
Bij slecht zicht, in het donker of bij sneeuw,
regen en mist kan het gebeuren dat het
systeem niet alle verkeersborden (correct)
toont.
●
Als het gezichtsveld van de camera vuil, be-
dekt of beschadigd is, kan dat de werking van
het systeem negatief beïnvloeden.
WAARSCHUWING
De rijadviezen en verkeerstekens die het
systeem van verkeerstekenherkenning geeft
kunnen afwijken van de werkelijke situatie.
●
Het systeem kan niet altijd alle verkeers-
borden correct herkennen of tonen.
●
Verkeersborden en -voorschriften hebben
voorrang op de aanbevelingen en aanwijzin-
gen van het navigatiesysteem.
Let op
Om de juiste werking van het systeem niet
te beïnvloeden, moet het volgende in acht
worden genomen:
● Reinig het gezichtsveld van de camera re-
gelmatig en houd dit schoon en vrij van
sneeuw en ijs.
● Dek het gezichtsveld van de camera niet af.
30
Informatie voor de bestuurder
● Vervang beschadigde of versleten ruiten-
wisserbladen wanneer u dit nodig acht om
strepen in het gezichtsveld van de camera te
vermijden.
● Controleer of de voorruit bij het gezichts-
veld van de camera niet beschadigd is.
● Het gebruik van oude kaarten in het navi-
gatiesysteem kan ertoe leiden dat verkeerde
verkeersborden worden getoond.
● In de routepuntmodus van het naviga-
tiesysteem is de verkeerstekenherkenning
slechts beperkt beschikbaar.
Hulp voor eco-efficiënt rijden
Afb. 10
Aanwijzing van het hulpsysteem
voor eco-efficiënt rijden (schematische
voorstelling).
Het hulpsysteem voor eco-efficiënt rijden
helpt om vooruitziend te rijden met een laag
energieverbruik, aan de hand van aanwijzingen
op het digitale instrumentenpaneel naargelang
de situatie.
Wanneer u bijvoorbeeld een kruispunt, ro-
tonde of traject met snelheidsbeperking na-
dert, wordt het symbool
getoond samen
met een incident op het digitale instrumenten-
›››
paneel
afb.
10.
Zodra u de indicatie volgt en uw voet van het
gaspedaal haalt, past de wagen de energiere-
cuperatie en snelheid aan volgens het geselec-
teerde rijprofiel en de afstand van het incident.
Het hulpsysteem voor eco-efficiënt rijden
maakt gebruik van de trajectgegevens van het
infotainmentsysteem en de sensoren van een
aantal hulpsystemen. Indien er geen actieve
routegeleiding is, wordt de meest waarschijn-
lijke route gebruikt.
Door het gaspedaal in te trappen, kunt u de
ingreep van het hulpsysteem op ieder moment
annuleren.
Het hulpsysteem voor eco-efficiënt rijden kan
worden in- en uitgeschakeld in het infotain-
mentsysteem, in de instellingen van de rijhulp-
›››
systemen
pag.
38.
Het hulpsysteem voor eco-efficiënt rijden kan
tijdelijk worden uitgeschakeld indien: