Principe van de bediening
Cijfers invoeren met het cijferblok
Raak rechts onder op het invoer-
veld aan.
Het cijferblok verschijnt.
Tip de gewenste cijfers aan.
Als u een geldige waarde heeft inge-
voerd, wordt de achtergrond van de
toets OK groen.
Met de pijl wist u het laatst ingevoerde
cijfer.
Bevestig met OK.
Het gewijzigde cijfer wordt opgeslagen.
Instelling met een segmentbalkje wij-
zigen
Sommige instellingen worden weerge-
geven door middel van een segment-
balkje . Als alle segmenten
zijn gevuld, is de maximale waarde in-
gesteld.
Als er geen of slechts één segment is
gevuld, is de minimale waarde ingesteld
of is de instelling uitgeschakeld (bijvoor-
beeld bij het geluidssignaal).
Raak het overeenkomstige segment
op het segmentbalkje aan om de in-
stelling te wijzigen.
Kies
Aan
of
Uit
uit te schakelen.
Bevestig uw keuze met OK.
De instelling wordt opgeslagen. U komt
terug in het hogere menu.
26
om de instelling in of
Letters invoeren
Letters kunt u via een toetsenbord in-
voeren. Kies korte, betekenisvolle na-
men.
Raak de gewenste letters en tekens
aan.
Tip: Met het symbool kunt u naar de
volgende regel gaan als u een lange
programmanaam wilt gebruiken.
Raak
Opslaan
aan.
De naam wordt opgeslagen.
Help weergeven
Bij sommige functies is een helpfunctie
beschikbaar. Op de onderste regel ver-
schijnt
.
Help
Raak
Help
aan om de aanwijzingen
met afbeeldingen en tekst weer te ge-
ven.
Raak
aan om naar het vorige
Sluiten
menu terug te gaan.