1. Plaats een gevarendriehoek en schakel de
alarmlichten in, als u een wiel moet verwisse-
len langs een drukke weg.
2. Haal de parkeerrem aan en schakel stand P
in of schakel de eerste versnelling in bij een
auto met een handgeschakelde versnellings-
bak.
Geldt voor auto's met
Besturing
niveauregeling
*: Bij een auto met luchtve-
ring moet u de luchtvering uitschakelen,
voordat u de auto opneemt met een krik*.
3. Neem de krik*, de wielsleutel* en het demon-
tagegereedschap voor de kunststof wielbout-
doppen uit het blok schuimrubber.
Demontagegereedschap voor kunststof boutafdekkin-
gen.
4. Plaats wielblokken voor en achter de wielen
die op de grond blijven staan. Gebruik daar-
voor bijvoorbeeld grote blokken hout of grote
stenen.
5. Schroef het sleepoog tot aan de aanslag in
de wielsleutel vast volgens de instructie.
BELANGRIJK
Schroef het sleepoog zo ver mogelijk in de
wielsleutel*.
6. Verwijder de kunststof boutafdekkingen met
het demontagegereedschap.
7. Terwijl de auto nog op de grond staat,
gebruikt u de wielsleutel/het sleepoog om
de wielbouten ½–1 slag los te draaien door
omlaag te drukken (en linksom te draaien).
WIELEN EN BANDEN
8. Bij het opnemen van de auto is het belangrijk
dat u de krik of de dragerarmen onder de
voorziene steunpunten in het onderstel van
de auto plaatst. Driehoekige markeringen op
de kunststof afdekking geven aan waar de
kriksteunpunten/hefpunten zitten. Er zitten
aan beide zijden van de auto twee kriksteun-
punten. Bij elk steunpunt zit een uitsparing
voor de krik.
9. Plaats de krik onder het te gebruiken beves-
tigingspunt op de grond; een stevige onder-
grond die niet glad is.
}}
595
* Optie/accessoire.