Koelvloeistof bijvullen (p. 641)
•
Ongunstige rijomstandigheden voor motor-
•
olie (p. 694)
Doorwaaddiepte
Doorwaden houdt in dat de auto door een
waterpartijen rijdt, zoals op een ondergelopen
weggedeelte. Waden dient met de nodige voor-
zichtigheid te gebeuren.
Let bij het doorwaden op het volgende om
schade aan de auto te voorkomen:
Het water mag niet hoger staan dan de vloer
•
van de auto. Controleer voor het doorwaden
zo mogelijk hoe hoog het water staat op het
diepste punt. Wees extra voorzichtig als u
door stromend water rijdt.
Schakel altijd naar de rijmodus
•
voordat u door water rijdt, zodat u zeker weet
dat de verbrandingsmotor draait.
Rijd niet sneller dan stapvoets.
•
Breng de auto niet in het water tot stilstand.
•
Rijd de auto voorzichtig voor- of achteruit uit
het water.
Let erop dat golven veroorzaakt door tege-
•
moetkomend verkeer boven de vloer van de
auto uit kunnen komen.
Rijd niet door zout water (corrosiegevaar).
•
BELANGRIJK
Bepaalde auto-onderdelen (zoals motor, ver-
snellingsbak, aandrijving of elektrische com-
ponenten) raken mogelijk beschadigd bij het
doorwaden op plekken waar het water hoger
staat dan de autovloer. Schade aan een com-
ponent veroorzaakt door overstroming, hydro-
statische vergrendeling of oliegebrek valt niet
onder de garantie.
Probeer bij een motorstop in water niet
opnieuw te starten. Berg in plaats daarvan de
auto uit het water en vervoer deze met een
bergingsauto naar een werkplaats. Wij advise-
Off Road
ren een erkende Volvo-werkplaats.
Trap na het oversteken van de waterpartij lichtjes
op het rempedaal om te controleren of de rem-
werking in orde is. Bij water en vuil op de rem-
blokken kunnen er vertragingen in de remwerking
optreden.
Maak een eventuele aansluiting voor de aan-
hangwagenkoppeling schoon na ritten in water
en modder.
Gerelateerde informatie
Bergen (p. 514)
•
Lagesnelheidsregeling (p. 487)
•
STARTEN EN RIJDEN
495