SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM
Afneembaar sleutelblad (p. 266)
•
Elektronische startblokkering (p. 270)
•
Transpondersleutel koppelen aan bestuur-
•
dersprofiel (p. 145)
258
Vergrendelen en ontgrendelen met
transpondersleutel
Met de knoppen op de transpondersleutel kunt
u alle portieren en de achterklep gelijktijdig ver-
grendelen en ontgrendelen.
Vergrendelen met transpondersleutel
De afbeelding is schematisch, zodat er afhankelijk van
het model afwijkingen mogelijk zijn.
Druk voor vergrendeling van de auto op de
–
-knop van de transpondersleutel.
Vergrendeling is alleen mogelijk, als alle portieren
en de achterklep dichtstaan.
N.B.
Let op het gevaar voor buitensluiten met de
transpondersleutel nog in de auto.
Wanneer u de auto vergrendelt en het
•
alarm inschakelt met een geldige trans-
pondersleutel, wordt een eventuele
andere transpondersleutel of een trans-
pondersleutel zonder knoppen in de auto
gedeactiveerd. Ook de "Safelock-functie"
wordt gedeactiveerd. De gedeactiveerde
sleutel wordt opnieuw geactiveerd bij ont-
grendeling van de auto.
En Red Key die in de auto blijft liggen
•
wordt ook gedeactiveerd, wanneer u de
auto vergrendelt via Volvo On Call. De
sleutel wordt opnieuw geactiveerd bij ont-
grendeling van de auto via Volvo On Call
of bij het indrukken van de ontgrende-
lingsknop op een andere geldige sleutel.
Ontgrendelen met transpondersleutel
Druk voor ontgrendeling van de auto op de
–
-knop van de transpondersleutel.