Stuurhulp bij botsgevaar
Hulp bij het voorkomen van
De functie
aanrijdingen
kan het risico helpen beperken dat
de auto onbedoeld de eigen rijbaan verlaat en/of
in botsing komt met een ander voertuig of een
obstakel door de auto actief terug de eigen rij-
baan in te sturen en/of een uitwijkmanoeuvre te
beginnen.
De functie omvat de volgende deelfuncties:
Stuurhulp bij dreigende bermongelukken
•
Stuurhulp bij dreigende tegenliggerbotsing
•
Stuurhulp bij dreigende staartbotsing*
•
Na een automatische ingreep verschijnt op het
bestuurdersdisplay een melding dat een derge-
lijke ingreep heeft plaatsgevonden:
Hulp bij het voorkomen van aanrijdingen
•
Automatische ingreep
WAARSCHUWING
De functie is een systeem voor aanvul-
•
lende rijhulp om de bestuurder te ontlas-
ten en de rijveiligheid te verhogen, maar
het systeem werkt niet in alle verkeers-,
weers- en wegomstandigheden.
U wordt geadviseerd om alle paragrafen
•
over het systeem in de gebruikershandlei-
ding door te nemen en bijvoorbeeld te
lezen over de beperkingen die u moet
kennen voordat u het systeem gebruikt.
De rijhulpsystemen ontslaan u niet van de
•
plicht om alert en adequaat te reageren,
zodat u de auto altijd op een veilige
manier moet blijven besturen, met inacht-
neming van een passende snelheid en
geschikte afstand tot andere weggebrui-
kers en met respect voor de geldende
verkeersregels en -bepalingen.
N.B.
Het is altijd aan u als bestuurder om de mate
van stuurhulp te bepalen – de auto kan het
commando nooit overnemen.
Gerelateerde informatie
Rijhulpsystemen (p. 302)
•
Stuurhulp bij botsgevaar activeren/deactive-
•
ren (p. 402)
BESTUURDERSONDERSTEUNING
Niveau van stuurhulp bij dreigende bermon-
•
gelukken (p. 402)
Beperkingen van de stuurhulp bij een drei-
•
gende botsing (p. 406)
Symbolen en meldingen voor de stuurhulp bij
•
botsgevaar (p. 407)
401
* Optie/accessoire.