tact op met een werk-
B
plaats
.
Sla de nieuwe bandenspanning altijd op in het systeem nadat
A
de bandenspanning is aangepast.
Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
B
Gerelateerde informatie
De nieuwe bandenspanning opslaan in het
•
controlesysteem* (p. 588)
Maatregel bij een waarschuwing voor een
•
lage bandenspanning (p. 591)
Bandenspanningscontrolesysteem* (p. 587)
•
Autostatus (p. 630)
•
Indirect Tyre Pressure Monitoring System (ITPMS)
6
Maatregel bij een waarschuwing
voor een lage bandenspanning
Wanneer de bandenspanningscontrole
schuwt voor een te lage bandenspanning, is
actie vereist.
Controleer de bandenspanning en cor-
rigeer deze zo nodig, wanneer het con-
trolesymbool voor het systeem gaat
branden en de melding
Bandenspanning laag
verschijnt.
1. Zet de auto uit.
2. Controleer de bandenspanning van alle vier
de wielen met een manometer.
3. Pomp de banden op tot de juiste spanning,
zie de sticker aan de binnenkant van de por-
tierstijl aan bestuurderszijde voor de aanbe-
volen spanning voor originele banden.
4. Sla de nieuwe bandenspanning altijd via het
middendisplay op in het systeem nadat de
bandenspanning is aangepast.
Let erop dat het symbool niet verdwijnt voor-
dat de geringe bandenspanning is verholpen
en het opslaan van de nieuwe bandenspan-
ning is gestart.
N.B.
Controleer de bandenspanning bij koude ban-
6
waar-
den om de verkeerde bandenspanning tegen
te gaan. Koude banden hebben dezelfde tem-
peratuur als de omgeving (na ca. 3 uur stil-
stand). Al na enkele kilometers rijden worden
de banden warm en loopt de spanning op.
N.B.
Plaats na het oppompen van een band
•
altijd het ventieldopje terug om schade
aan het ventiel door grind, vuil e.d. te
voorkomen.
Gebruik alleen kunststof dopjes. Metalen
•
ventieldopjes kunnen roesten en zijn
moeilijk los te draaien.
WAARSCHUWING
Een verkeerde bandenspanning kan tot
•
bandenpech leiden, waarbij u de controle
over de auto kunt verliezen.
Het systeem kan plotselinge banden-
•
schade onmogelijk voorzien.
Gerelateerde informatie
Aanbevolen bandenspanning (p. 586)
•
Bandenspanning aanpassen (p. 585)
•
WIELEN EN BANDEN
}}
591
* Optie/accessoire.