STARTEN EN RIJDEN
Schakelindicator
De schakelindicator op het bestuurdersdisplay
geeft aan welke versnelling er ingeschakeld is in
de handmatige schakelstand en wanneer u voor
optimale zuinigheid beter kunt schakelen.
Voor een milieubewuste rijstijl in de handmatige
schakelstand is het belangrijk om de juiste ver-
snelling te kiezen en tijdig te schakelen.
Schakelindicator op het bestuurdersdisplay
De schakelindicator verschijnt in schakelstand B.
De schakelindicator toont de actuele versnelling
op het bestuurdersdisplay en geeft met een pijl-
omhoog de geadviseerde opschakeling aan.
Om handmatig te kunnen opschakelen naar een
hogere versnelling moet de auto zijn uitgerust
met stuurpaddles*. U schakelt vervolgens op met
de rechter paddle (+). Als de auto niet is uitge-
De afbeelding is schematisch, zodat er afhankelijk van het model afwijkingen mogelijk zijn.
5
474
rust met stuurpaddles, wordt bij het naar voren
duwen van de keuzehendel overgeschakeld naar
schakelstand D.
Gerelateerde informatie
Schakelstanden van een automatische ver-
•
snellingsbak (p. 470)
5
.
Vierwielaandrijving
6
Bij vierwielaandrijving (AWD
) worden alle vier
de wielen van de auto tegelijk aangedreven, wat
de wegligging verbetert.
De elektromotor die de achterwielen aandrijft
biedt de mogelijkheid tot elektrische vierwielaan-
drijving. De eigenschappen van de vierwielaan-
drijving wisselen, al naar gelang de gekozen rij-
modus.
Gerelateerde informatie
Rijmodi (p. 476)
•
Lagesnelheidsregeling (p. 487)
•
Versnellingsbak (p. 469)
•
* Optie/accessoire.