RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS
Passief vergrendelen en ontgrendelen*
•
(p. 281)
Vergrendelen en ontgrendelen met trans-
•
pondersleutel (p. 258)
182
Panoramadak* bedienen
Het panoramadak en het zonnescherm zijn te
bedienen met een bedieningsknop aan het pla-
fond en zijn allebei voorzien van een inklembe-
veiliging.
WAARSCHUWING
Kinderen, andere passagiers of voorwerpen
kunnen bekneld raken door bewegende
delen.
Let altijd op bij bediening van ruiten.
•
Laat kinderen niet met de bedieningsele-
•
menten spelen.
Laat kinderen nooit alleen achter in de
•
auto.
Onderbreek altijd de stroom voor de ruit-
•
bediening door het elektrische systeem
van de auto in contactslotstand 0 te zet-
ten en neem vervolgens de transponder-
sleutel mee uit de auto.
Steek geen voorwerpen of lichaamsdelen
•
via de ruiten naar buiten, ook al is het
elektrische systeem van de auto volledig
uitgeschakeld.
BELANGRIJK
Open het panoramadak niet, wanneer
•
lastdragers zijn gemonteerd.
Leg geen zware voorwerpen boven op
•
het panoramadak.
BELANGRIJK
Verwijder sneeuw en ijs van het panora-
•
madak alvorens het te openen. Wees
voorzichtig om krassen op oppervlakken
of schade aan lijsten tegen te gaan.
Bedien het panoramadak niet, als het
•
vastgevroren is.
Om het panoramadak en het zonnescherm te
kunnen bedienen moet het elektrische systeem
van de auto in contactslotstand I of II staan.
Bediening is tevens mogelijk met behulp van de
transpondersleutel of passieve opening* via de
portiergreep.
WAARSCHUWING
Let erop dat kinderen of andere inzittenden
niet bekneld raken, wanneer u alle ruiten
tegelijkertijd sluit via de transpondersleutel of
de functie passief openen* met de portier-
greep.
* Optie/accessoire.