RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS
Voorruit- en koplampsproeiers
gebruiken
De ruiten- en koplampsproeiers reinigen de
voorruit en de koplampen. Via de rechter stuur-
hendel zijn de voorruit- en koplampsproeiers te
starten.
Ruiten- en koplampsproeiers starten
Sproeifunctie, rechter stuurhendel.
U activeert de voorruit- en koplampsproeiers
–
door de rechter stuurhendel naar het stuur-
wiel toe te trekken.
> Nadat u de hendel hebt losgelaten maken
de voorruitwissers nog enkele slagen.
BELANGRIJK
Activeer de sproeiers niet bij bevriezing of bij
een leeg sproeiervloeistofreservoir, omdat de
pomp anders schade kan oplopen.
188
Koplampsproeiers*
Om vloeistof te besparen worden ingeschakelde
koplampen automatisch volgens bepaalde patro-
nen gesproeid.
Gereduceerde sproeifunctie
Wanneer er nog zo'n 1 liter (1 qt) sproeiervloei-
stof in het reservoir zit en op het bestuurdersdis-
play de melding
Sproeiervloeistof Niveau
laag, bijvullen
verschijnt in combinatie met het
symbool
, worden de koplampen niet langer
schoongesproeid. Dit omdat de sproeifunctie van
de voorruit en een goed zicht door de voorruit de
voorrang hebben. De koplampen worden alleen
schoongesproeid als het groot licht of dimlicht is
ingeschakeld.
Gerelateerde informatie
Regensensor gebruiken (p. 186)
•
Automatische activering achterruitwisser bij
•
achteruitrijden (p. 189)
Wisserbladen en sproeiervloeistof (p. 185)
•
Geheugenfunctie van regensensor gebruiken
•
(p. 187)
Achterruitwisser en -sproeier (p. 188)
•
Vulopening voor sproeiervloeistof (p. 680)
•
Wisserbladen in servicestand (p. 679)
•
Wisserblad voorruit vervangen (p. 678)
•
Wisserbladen achterruit vervangen (p. 677)
•
Voorruitwissers gebruiken (p. 185)
•
Achterruitwisser en -sproeier
De achterruitwisser en -sproeiers reinigen de
achterruit. Via de rechter stuurhendel is de reini-
ging te starten en zijn instellingen te verrichten.
Achterruitwisser en -sproeier activeren
N.B.
De motor van de achterruitwisser is beveiligd
tegen oververhitting zodat deze wordt uitge-
schakeld bij oververhitting. De achterruitwis-
ser werkt weer na een bepaalde afkoelperi-
ode.
Selecteer
voor de intervalstand van de
achterruitwisser.
Selecteer
voor een continue wissnel-
heid van de achterruitwisser.
* Optie/accessoire.