Automatisch groot licht activeren
Het automatisch groot licht is te activeren en
deactiveren door de draairing op de rechter
stuurhendel naar de stand
draairing veert automatisch terug naar de stand
. Wanneer automatisch groot licht geacti-
veerd is, licht het symbool
dersdisplay wit op. Wanneer het groot licht ont-
stoken is, brandt het symbool blauw.
Deactiveren van automatisch groot licht wanneer
het groot licht aanstaat, leidt ertoe dat er direct
wordt overgeschakeld op dimlicht.
Adaptief vermogen
3
Bij auto's met led
-koplampen* heeft het auto-
matisch groot licht een adaptief vermogen
tegenstelling tot wat er gebeurt bij de standaard-
dimfunctie blijft dat deel van de lichtbundel dat
naast tegen- of voorliggers valt op grootlicht-
sterkte branden – alleen dat deel van de licht-
bundel dat rechtstreeks op de tegenliggers/voor-
liggers gericht is, wordt gedimd.
3
Lichtdiode (Light Emitting Diode)
Afhankelijk van het uitrustingsniveau van de auto.
4
te draaien. De
op het bestuur-
Adaptief vermogen: Dimlicht recht vooruit in de richting
van tegenliggers, maar groot licht aan weerszijden van
de tegenliggers.
Bij gedeeltelijk groot licht, dat wil zeggen zodra
4
. In
de lichtbundel iets sterker brandt dan het geval is
bij dimlicht, brandt het symbool
bestuurdersdisplay blauw.
Beperkingen van het automatisch groot
licht
De camerasensor waar de functie gebruik van
maakt kent beperkingen.
Als dit symbool samen met de melding
Actief grootlicht Tijdelijk niet
beschikbaar
play verschijnt, moet u handmatig over-
schakelen tussen groot licht en dimlicht. Het
symbool
dooft, wanneer deze melding ver-
schijnt.
Hetzelfde geldt als dit symbool samen
met de melding
Sensor afgedekt, zie handleiding
verschijnt.
Automatisch groot licht is mogelijk tijdelijk niet
beschikbaar, zoals in dichte mist of bij zware
regenval. Wanneer automatisch groot licht weer
beschikbaar is of als de voorruitsensoren niet
langer geblokkeerd zijn, verdwijnt de melding en
gaat het symbool
op het
WAARSCHUWING
Actief groot licht is een systeem dat u helpt
om in ongunstige omstandigheden de opti-
male verlichting te kiezen.
Als bestuurder bent u echter altijd verplicht
om handmatig te wisselen tussen groot licht
en dimlicht, als dat gezien de verkeerssituatie
en/of weersgesteldheid vereist is.
VERLICHTING
op het bestuurdersdis-
Voorruitsensor
branden.
}}
163
* Optie/accessoire.