Safelock-functie* tijdelijk
deactiveren
Als u de portieren van de buitenzijde wilt ver-
grendelen terwijl er iemand in de auto achter-
blijft, dient u de Safelock-functie te deactiveren.
De auto is dan vanaf de binnenzijde te ontgren-
delen.
WAARSCHUWING
Laat niemand in de auto zitten zonder eerst
de functie te deactiveren, om te voorkomen
dat u iemand opsluit.
Druk op de knop
bescherming
scherm van het middendisplay
om de Safelock-functie tijdelijk
uit te schakelen.
Dit betekent ook dat de bewegingsmelders en
hellingssensoren* van het alarm worden uitge-
schakeld.
Op het middendisplay verschijnt vervolgens
Minder bescherming
, waarna bij de volgende
vergrendeling van de auto de Safelock-functie tij-
delijk wordt uitgeschakeld.
Bij reguliere vergrendeling worden de stroomaan-
sluitingen direct gedeactiveerd, maar bij een tij-
delijk gedeactiveerde Safelock-functie zijn ze na
vergrendeling maximaal 10 minuten actief.
Als de auto wordt ontgrendeld en weer wordt ver-
grendeld, moet de Safelock-functie weer worden
gedeactiveerd.
De volgende keer dat u de motor start, wordt het
systeem gereset.
Gerelateerde informatie
•
Safelock-functie* (p. 298)
Alarm* (p. 295)
•
Minder
op het functie-
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM
* Optie/accessoire.
299