BESTUURDERSONDERSTEUNING
||
Automatische versnellingsbak
De rijhulpsystemen kunnen voorliggers volgen bij
snelheden van stilstand tot 200 km/h (125 mph).
Pilot Assist kan stuurhulp bieden bij snelheden
van om en nabij stilstand tot 140 km/h (87 mph).
Let erop dat 30 km/h (20 mph) de instelbare
minimumsnelheid is – ook al kan het systeem
een voorligger volgen tot aan stilstand, is het kie-
zen/opslaan van een lagere snelheid dan de
genoemde 30 km/h (20 mph) niet mogelijk.
Handgeschakelde versnellingsbak
De rijhulpsystemen kunnen voorliggers volgen bij
snelheden van 30 km/h (20 mph) tot 200 km/h
(125 mph).
Pilot Assist kan stuurhulp bieden bij snelheden
van 30 km/h (20 mph) tot 140 km/h (87 mph).
30 km/h (20 mph) is de instelbare minimumsnel-
heid – 200 km/h (125 mph) is de maximumsnel-
heid.
Gerelateerde informatie
Rijhulpsystemen (p. 302)
•
Snelheidsbegrenzer (p. 308)
•
Cruisecontrol (p. 316)
•
•
Adaptieve cruisecontrol* (p. 323)
Pilot Assist (p. 332)
•
Adaptive Cruise Control
56
346
Automatische remfunctie van
rijhulpsystemen
De Pilot Assist en adaptieve cruisecontrol*
56
(ACC
) hebben een speciale remfunctie voor
ritten bij langzaamrijdend verkeer en stilstand.
Remfunctie bij langzaam rijdend
verkeer en stilstand
Na korte stops tot zo'n 3 seconden tijdens filerij-
den of voor verkeerslichten rijdt de auto automa-
tisch verder. Duurt het langer voordat een voorlig-
ger weer gaat rijden, dan worden de rijhulpsyste-
men stand-by gezet met automatische remfunc-
tie.
De functie is op een van de volgende manie-
–
ren te heractiveren:
Druk op de stuurknop
•
Trap het gaspedaal in.
•
> De functie hervat het volgen van de voor-
ligger als deze binnen
ongeveer 6 seconden vooruit begint te rij-
den.
N.B.
De rijhulpsystemen kunnen de auto maximaal
5 minuten stilhouden – daarna wordt de par-
keerrem aangezet, waarna de functie wordt
uitgeschakeld.
Om de rijhulpsystemen te kunnen heractive-
ren, moet u eerst de parkeerrem lossen.
Annulering van automatische remfunctie
In bepaalde situaties wordt het automatisch rem-
men bij stilstand geannuleerd en wordt de functie
stand-by gezet. Dat betekent dat de remmen
worden gelost en de auto mogelijk gaat rollen – u
moet daarom ingrijpen en zelf remmen om de
auto stil te houden.
Dat is mogelijk in de volgende situaties:
.
u bedient het rempedaal
•
u zet de parkeerrem aan
•
u zet de keuzehendel in de stand P, N of R
•
u zet de functie stand-by.
•
Automatische activering van
parkeerrem
In bepaalde situaties wordt de parkeerrem aan-
gezet om ervoor te zorgen dat de auto blijft stil-
staan.
* Optie/accessoire.