Hulpsystemen
Het systeem schakelt automatisch stand P in
als u de auto afzet in stand D of R.
•
als u, terwijl de auto is ingeschakeld en de
•
keuzehendel in een stand anders dan P
staat, de veiligheidsgordel afdoet en het
bestuurdersportier opent.
Om een auto te parkeren wanneer u de veilig-
heidsgordel afgedaan en het bestuurdersportier
geopend hebt: haal de hendel uit stand P en zet
deze weer in stand R of D.
Als u de auto uitschakelt met de hendel in de
neutrale stand wordt niet automatisch overge-
schakeld op stand P. Dit om het mogelijk te
maken om de auto te wassen in een automati-
sche wasstraat waarbij de auto wordt voortge-
trokken.
Achteruitrijstand – R
Kies de stand R om achteruit te rijden. De auto
moet stilstaan, wanneer u de achteruitrijstand
kiest.
Neutrale stand – N
In deze stand kunt u de motor starten en er is
geen versnelling ingeschakeld. Zet de parkeer-
rem aan, wanneer de auto stilstaat en de keuze-
hendel in stand N staat.
Om de keuzehendel uit de neutraalstand te kun-
nen halen moet u in contactslotstand II het rem-
pedaal bedienen.
Rijmodus – D
Stand D is de normale rijstand. De versnellings-
bak schakelt automatisch op en terug afhankelijk
van de stand van het gaspedaal en de snelheid.
De auto moet stilstaan bij het schakelen van
stand R naar stand D.
Remstand – B
Vanuit stand B kunt u handmatig terugschakelen
naar lagere versnellingen. Stand B is op elk
moment tijdens het rijden in te schakelen. Er
wordt afgeremd op de elektromotor, wanneer u
het gaspedaal loslaat tijdens het opladen van de
hybride-accu. Dit biedt meer mogelijkheden tot
bijladen van de hybride-accu, omdat er ook wordt
bijgeladen wanneer u het rempedaal bedient.
Kies deze remstand door de keuzehendel vanuit
stand D naar achteren te bewegen. Op het
bestuurdersdisplay staat welke versnelling er is
ingeschakeld.
STARTEN EN RIJDEN
Duw de keuzehendel eenmaal naar achteren
•
om terug te schakelen naar de eerstvol-
gende lagere versnelling.
Duw de keuzehendel nogmaals naar ach-
•
teren om verder terug te schakelen.
Om handmatig te kunnen opschakelen naar een
hogere versnelling moet de auto zijn uitgerust
met stuurpaddles*.
Duw de keuzehendel naar voren om stand D
•
te hervatten.
Om schokkerig gedrag en afslag van de motor te
voorkomen schakelt de versnellingsbak automa-
tisch terug, als de snelheid daalt tot onder de
gewenste waarde voor de gekozen versnelling.
Gerelateerde informatie
Keuzehendelblokkering (p. 473)
•
Schakelen met stuurpaddles* (p. 472)
•
Kickdownfunctie (p. 473)
•
Schakelindicator (p. 474)
•
471
* Optie/accessoire.