SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM
Vergrendelingsindicatie
De alarmlichten knipperen bij vergrendeling of
ontgrendeling van de auto.
Indicatie exterieur
Vergrendeling
Bij vergrendeling knipperen de alarmlichten
•
van de auto eenmaal en daarnaast worden
de buitenspiegels ingeklapt
Ontgrendelen
Bij ontgrendeling knipperen de alarmlichten
•
van de auto tweemaal en daarnaast worden
de buitenspiegels uitgeklapt
Om aan te geven dat de auto vergrendeld is,
moeten alle portieren, de achterklep en de
motorkap dichtstaan. Als er wordt vergrendeld
terwijl alleen het bestuurdersportier dichtstaat
vindt er vergrendeling plaats maar de alarmlich-
ten geven pas aan dat er vergrendeling heeft
plaatsgevonden nadat alle portieren, de achter-
klep en de motorkap dichtstaan.
1
Alleen een auto met elektrisch inklapbare buitenspiegels.
2
Geldt niet voor auto's met passieve vergrendeling/ontgrendeling*.
254
Vergrendelings- en alarmindicatie op
het dashboard
1
.
1
.
De vergrendelings- en alarmindicatie laat de sta-
tus van het vergrendelingssysteem zien:
Eenmaal lang knipperen betekent dat er
•
2
,
wordt vergrendeld.
Snel knipperen betekent dat de auto is ver-
•
grendeld.
Snel knipperen na uitschakeling van het
•
alarm* geeft aan dat het alarm is afgegaan.
Led in vergrendelingsknoppen
Voorportier
Vergrendelingsknoppen met led in voorportier.
Als de led in de desbetreffende vergrendelings-
knop van de voorportieren brandt, betekent dit
dat alle portieren zijn vergrendeld. Als er een por-
tier wordt geopend, gaat het lampje in beide por-
tieren uit.
* Optie/accessoire.