Wijzig de eenheid voor o.a. de temperatuurmeter
via systeeminstellingen in het hoofdscherm op
het middendisplay.
Gerelateerde informatie
Bestuurdersdisplay (p. 88)
•
Systeemeenheden wijzigen (p. 138)
•
Controlesymbolen op
bestuurdersdisplay
De controlesymbolen attenderen u erop dat de
bijbehorende functies ingeschakeld zijn, de des-
betreffende systemen actief zijn of dat er storin-
gen of gebreken zijn opgetreden.
Symbool
Betekenis
Informatie, lees displaymelding
Bij een afwijking in een van de
autosystemen gaat het informatie-
symbool branden op het bestuur-
dersdisplay en verschijnt er een
displaytekst. Het informatiesymbool
kan ook gaan branden in combina-
tie met andere symbolen.
Storing in remsysteem
Het symbool brandt bij een storing
in de parkeerrem.
Storing in ABS
Als het symbool brandt, is het sys-
teem defect. Het normale remsys-
teem van de auto werkt dan nog
wel, zij het zonder ABS-regeling.
DISPLAYS EN STEMBEDIENING
Symbool
Betekenis
Automatische rem aan
Het symbool brandt, wanneer de
functie actief is en de bedrijfsrem
of parkeerrem ingrijpen. De rem
zorgt dat de auto stil blijft staan,
nadat deze tot stilstand is geko-
men.
Bandenspanningssysteem
Het symbool brandt bij een te lage
bandenspanning. Bij een storing in
het bandenspanningssysteem gaat
het symbool eerst ca. 1 minuut
knipperen en vervolgens perma-
nent branden. Dit kan komen door-
dat het systeem niet als beoogd
een lage bandenspanning kan
registreren of daarvoor waarschu-
wen.
Uitlaatgasreinigingssysteem
Bij een storing in het uitlaatgasrei-
nigingssysteem kan na een motor-
start het symbool gaan branden.
Rijd voor een controle naar een
werkplaats. Volvo adviseert u con-
tact op te nemen met een erkende
Volvo-werkplaats.
}}
99