SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM
een transpondersleutel
Met de transpondersleutel zijn de portieren en
de achterklep te vergrendelen en ontgrendelen.
De transpondersleutel moet in de auto aanwezig
zijn om deze te kunnen starten.
3
Transpondersleutel
of transpondersleutel zonder knop-
pen (Key Tag)*.
U gebruikt de transpondersleutel niet actief bij
het starten, omdat een auto in standaarduitvoe-
ring is uitgerust met ondersteuning voor passief
starten (Passive Start). Het is voldoende als de
sleutel zich voor in het interieur bevindt.
Bij auto's met passieve vergrendeling en ont-
grendeling (Passive Entry)* is de auto altijd te
starten, ongeacht waar de sleutel zich in de auto
bevindt. In dat geval wordt ook een wat kleinere
De afbeelding is schematisch, zodat er afhankelijk van het model afwijkingen mogelijk zijn.
3
256
en lichtere transpondersleutel zonder knoppen
(Key Tag) geleverd.
De transpondersleutels zijn te koppelen aan ver-
schillende bestuurdersprofielen om persoonlijke
instellingen voor de auto op te slaan.
Knoppen op transpondersleutel
De transpondersleutel heeft vier knoppen - een aan de
linker- en drie aan de rechterzijde.
Vergrendelen – Bij eenmaal indrukken
worden alle portieren, de achterklep en de
tankvulklep vergrendeld en wordt het alarm*
geactiveerd.
Bij lang indrukken worden alle ruiten en het
panoramadak* tegelijkertijd gesloten.
Ontgrendelen – Bij eenmaal indrukken
worden alle portieren en de achterklep ont-
grendeld en wordt het alarm gedeactiveerd.
Bij lang indrukken worden alle ruiten tegelij-
kertijd gesloten. Deze doorluchtfunctie is
onder te meer te gebruiken om de auto bij
warm weer snel te luchten.
Achterklep – Ontgrendelt alleen de achter-
klep en deactiveert de alarmfunctie voor de
achterklep. Bij auto's met elektrische achter-
klepbediening* is de achterklep automatisch
te openen bij lang indrukken. De achterklep
is in het gegeven geval ook te sluiten door
lang indrukken – er klinken waarschuwings-
signalen.
Paniekfunctie – bestemd om in noodgeval-
len de aandacht van anderen te trekken. Als
u de knop ten minste 3 seconden lang inge-
drukt houdt of tweemaal achtereen binnen 3
seconden indrukt, worden de richtingaanwij-
zers, de interieurverlichting en de claxon
geactiveerd. U kunt deze functie met
dezelfde toets weer uitschakelen, als de
functie minimaal 5 seconden actief geweest
is. Anders wordt deze functie na zo'n 3 minu-
ten automatisch uitgeschakeld.
* Optie/accessoire.