BESTUURDERSONDERSTEUNING
Stuurhulp bij botsgevaar activeren/
deactiveren
De stuurhulp is optioneel – u kunt zelf kiezen of
de functie geactiveerd of gedeactiveerd moet
zijn.
Activeer of deactiveer de func-
tie met deze knop in het func-
tiescherm van het middendis-
play.
GROENE knopindicatie – de functie is geac-
•
tiveerd.
GRIJZE knopindicatie – de functie is gedeac-
•
tiveerd.
De functie wordt bij elke motorstart automatisch
104
geactiveerd
.
Op bepaalde markten wordt automatisch de instelling gehanteerd die gold bij uitschakeling van de motor.
104
402
N.B.
Hulp bij het
Bij deactivering van
voorkomen van aanrijdingen
betrokken deelfuncties uitgeschakeld:
Stuurhulp bij dreigende bermongelukken
•
Stuurhulp bij dreigende tegenliggerbot-
•
sing
Stuurhulp bij dreigende staartbotsing*
•
Ondanks de mogelijkheid tot deactivering
wordt geadviseerd om de functie ingescha-
keld te laten, omdat deze in de meeste geval-
len de rijveiligheid verhoogt.
Gerelateerde informatie
Stuurhulp bij botsgevaar (p. 401)
•
Niveau van stuurhulp bij dreigende
bermongelukken
Het systeem heeft twee activeringsniveaus bij
worden alle
een ingreep:
Alleen stuurhulp
•
Stuurhulp en remingreep
•
Alleen stuurhulp
Ingreep met stuurhulp.
* Optie/accessoire.