Advertenties
69 - Toegangbeheer (vervolg)
4 = Blokken
Met de blokkenoptie kan elke DCM-lezer worden toegekend aan bepaalde blokken.
1 = Alarmblok
Wanneer de optie Alarmblok wordt geselecteerd, wordt het blok weergegeven dat momenteel aan de
DCM-lezer is toegekend. Wanneer het bloknummer wordt ingedrukt, wordt er een ander blok
toegewezen aan de lezer. De lezer verhindert toegang via de deur wanneer het blok is ingeschakeld. Een
gebruiker moet dit blok toegewezen gekregen hebben om toegang via deze deur te kunnen krijgen.
Multibloksystemen
Grotere Galaxy-panelen hebben 32 blokken; deze worden op de DCM-lezer weergegeven in blokken
van acht blokken, die zijn onderverdeel in A, B, C en D. Gebruik de toets A of B om tussen de
gegroepeerde blokken te bewegen; druk op toets 1 – 8 om de relevante blokken in elke groep aan de
DCM-lezer toe te wijzen.
Wanneer alle gewenste blokken zijn toegewezen aan de gebruiker, drukt u op ent om het programmeren
te beëindigen en terug te keren naar het vorige menuniveau.
2 = Blok Restrictie
Aan elke DCM-lezer kunnen geselecteerde blokken worden toegewezen met behulp van de optie Blk
Restrict. voor het beperken van blokken. Zo'n blokrestrictie beïnvloedt de werking van de DCM-lezers
voor zowel toegang als kaartfuncties. Een kaart kan alleen worden gebruikt bij een lezer als kaart en
lezer blokken gemeen hebben. Standaard worden alle blokken in het systeem aan elke lezer toegewezen.
Blokken kunnen naar believen worden verwijderd om de werking van de DCM-lezer te beperken.
OPMERKING: Aan elke DCM-kaart kan één menufunctie worden toegewezen (zie optie
3 = Blok Uit - Optie niet beschikbaar
Hiermee kan het blok buiten het beveiligde gebied worden gedefinieerd. Dit kan alleen worden gebruikt
in combinatie met een uitgangslezer, zodat de huidige locatie van een bepaalde gebruiker kan worden
nagegaan.
5 = Noodgevallen
Met deze optie kan elke afzonderlijke DCM-lezer worden geconfigureerd om te reageren op brandzones in
bepaalde blokken. Bij het openen van een brandzone in een van de blokken die aan de lezer is toegekend,
activeert de lezer de deuropener en houdt de deur open tot het systeem is gereset. Alle LED's van de DCM
lichten op en de zoemer klinkt. Het sluiten van de brandzone heeft geen effect - de DCM-lezers worden
beschouwd als gesloten uitgangen en een reset van een gebruiker met een correct niveau is vereist. Op dat
moment worden ze onmiddellijk gereset.
Een tweede blokkaart wordt aan elke DCM-lezer toegekend voor deze functie. Hiermee kunnen de bestaande
deurbesturingsfuncties volledig worden losgemaakt van de brandontsnappingsfuncties.
De standaardinstelling voor elke DCM-lezer is dat alle blokken zijn geselecteerd. Daarom zal een systeem, dat
niet afwijkt van de standaard, alle DCM-deuren openen als reactie op de activering van een brandzone.
Wanneer de optie Noodgevallen wordt geselecteerd, kunt u de blokken selecteren die u wilt toekennen aan de
DCM-lezers voor ontsnappingsdoeleinden, waarna u de programmering bevestigt met de enter-toets. Wanneer
een brandzone wordt geactiveerd in een van de geprogrammeerde blokken, wordt de deur geopend die met de
DCM wordt bestuurd.
42 = WIJZIG CODES). Wanneer deze functie wordt geactiveerd met een kaart die aan
alle blokken is toegewezen op een lezer die slechts aan één blok is toegewezen, leidt
dit ertoe dat de functie werkt op alle blokken van de kaart. De DCM-functie wordt
niet beperkt tot de blokken die aan de lezer zijn toegewezen; de functie wordt beperkt
tot de blokken die aan de kaart zijn toegewezen, zolang beide één blok gemeen
hebben. Dit betekent dat een DCM-lezer die bijvoorbeeld alleen is toegewezen aan
blok 1, kan worden gebruikt om de DCM-lezerfuncties op de blokken 1, 2, 3 en 4 te
activeren met een kaart waaraan al deze blokken zijn toegekend. De blokken worden
aan de DCM-kaart toegewezen met de optie 42 = WIJZIG CODES.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding
6-188
Advertenties
