51 - Parameters (vervolg)
2 = Sabotage
Met deze parameter bepaalt u het aantal foute codes waarna een sabotagealarm optreedt. Lockoutsabotage kan
worden ingesteld van 0 – 21 en is standaard ingesteld op 15. Met 0 schakelt u de functie uit.
63 = Banner Waarschuwing
Met deze parameter stelt u in of systeemwaarschuwingen worden weergegeven op de banner van het Galaxy-
bediendeel. Als deze optie is ingeschakeld, worden systeemgebeurtenissen op het display weergegeven.
De standaardwaarde voor deze parameter is uitgeschakeld.
64 =Inschakel Onderdrukking
Met deze parameter bepaalt u welk type gebruiker specifieke foutgebeurtenissen mag onderdrukken om alsnog
het systeem in te schakelen. De standaardwaarden vindt u in de onderstaande tabel.
Aan elk blok kan een andere waarde worden toegewezen.
65 = Reset Niveau
Met deze parameter bepaalt u welk type gebruiker specifieke fouttypen mag resetten. De standaardwaarden
vindt u in de onderstaande tabel.
OPMERKING: Deze parameter beïnvloedt en wordt beïnvloed door de parameters 51.6 (Alarm Reset),
51.7 (Sab. Reset) en 51.22 (Paniek Reset). Als parameter 51.65 Reset Nivo wordt
aangepast, worden ook de instellingen in parameter 51.6, 51.7 en 51.22 aangepast.
66 = Minimaal PIN Formaat
Met deze parameter bepaalt u de minimumgrootte van elke gebruikerscode. Deze kan vier tot zes cijfers
hebben. De standaardhoeveelheid is vijf.
Type fout
Systeem
Sabotage
PA
Lijn Fout
Fout
230vac Fout
Tabel 6-11. Onderdrukniveau gebruikerstype
Type fout
Systeem
Sabotage
PA
Lijn Fout
Fout
230vac Fout
Tabel 6-12. Resetniveau gebruikerstype
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding
Overbruggingsniveau gebruikerstype
2.1
3.6
2.1
3.6
2.1
2.1
Resetniveau gebruikerstype
2.4
2.4
2.4
3.6
3.6
3.6
6-68