Galaxy Dimension - Installatiehandleiding
De blokken die aan de gebruiker zijn toegewezen, worden weergegeven bij het selecteren van de optie Wijzig Blok.
Alle gebruikers behoren standaard tot Blok 1.Wanneer u op een bloknummer drukt, wordt het overeenkomstige blok
toegewezen aan de gebruiker. Als u bijvoorbeeld op 2 en 3 drukt, worden Blok 2 en 3 toegewezen aan de gebruiker.
Als u op 1 drukt wanneer Blok 1 al is toegewezen, wordt Blok 1 verwijderd uit de gebruikerscode. Als de gebruiker
blokken mag selecteren, drukt u op . Wanneer alle gewenste blokken zijn toegewezen aan de gebruiker, drukt u op
ent om het programmeren te beëindigen en terug te keren naar het vorige menuniveau.
Multibloksystemen
De grotere Galaxy-centrales beschikken over 32 blokken. Deze worden weergegeven op het bediendeel in
blokken van acht blokken, die zijn onderverdeeld in A, B, C en D.
Druk op 1 t/m 8 om de relevante blokken van het betreffende blok toe te wijzen aan de gebruiker.
Blokopties
Enkel blok
Een gebruiker kan aan één specifiek blok worden toegewezen. In dat geval heeft
gebruikerstype 2.2 en hoger alleen toegang tot dat blok, en kan alleen dat blok
worden in- en uitgeschakeld.
Meerdere blokken Gebruikers kunnen aan meer dan één blok worden toegewezen. In dat geval heeft
de gebruiker toegang tot al die blokken tegelijk en kan met al die blokken tegelijk
worden gewerkt. De gebruiker kan niet één specifiek blok of een combinatie van
blokken in de lijst van toegewezen blokken selecteren.
Blokkenkeuze
Gebruikers kunnen aan meer dan één blok worden toegewezen maar kunnen
mogelijk ook bepalen welke van de toegewezen blokken ze willen weergeven,
of willen in- of uitschakelen. Door op * te drukken bij het toewijzen van blokken
aan de gebruiker, activeert u de mogelijkheid om blokken te selecteren.
OPMERKINGEN:
1. De manager-, installateur- en remote code zijn vast en kunnen niet opnieuw worden geprogrammeerd.
2. Voor de manager-, installateur- en remote code is standaard blokkenkeuze ingeschakeld. De manager kan
de mogelijkheid om blokken te selecteren, verwijderen. Voor de installateur en remote code staat
blokkenkeuze vast.
3. Gebruikers die optie 42 = WIJZIG CODES mogen openen, kunnen alleen de blokken toewijzen die zijn
toegewezen aan hun eigen gebruikercode. Een gebruiker die geen toegang heeft tot blok 4, kan blok 4 dus
niet toewijzen aan een andere gebruikerscode.
7 = Kaartnummer
Het kaartnummer bevat:
•
het serienummer van een toegangbeheerkaart of
•
het tiencijferige nummer dat met een laser in de kaart/keyfob/tag is gebrand.
•
Een nummer voor RF-keyfobidentificatie dat is gegenereerd door de RF RIO.
•
De via de zelflerende systeemfunctie gedecodeerde code van kaarten/tags voor gebruik in combinatie met
de keyprox/DCM-lezers.
De kaart/tag/key fob wordt geïdentificeerd aan de hand van deze nummers en verwijst naar de gebruiker
waaraan het is toegewezen.
Groepsblok
Fysieke groepen
A1-8
B1-8
C1-8
D1-8
Tabel 6-7. Blokken
6-35
42 - Wijzig Codes (vervolg)
1-8
9-16
17-24
25-32