Galaxy Dimension - Installatiehandleiding
38 Paniek Uit
De functie Paniek Uit is gelijk aan de functie Paniek Stil, met het verschil dat de functie Paniek Uit alleen
actief is als het systeem niet is ingeschakeld; als het blok is ingeschakeld, is deze functie niet-actief.
39 Sleutel Reset
Met de functie Sleutel Reset kunnen alarmmeldingen worden geannuleerd en wordt het systeem gereset
zonder dat de Galaxy-centrale wordt uitgeschakeld. Het type resetautorisatie wordt bepaald door de instelling
bij Sls Rst Nivo (menu 51.14). Welk autorisatietype nodig is om de alarmmeldingen Inbraak, PA en
Sabotage te resetten wordt bepaald door de parameters Systeem Reset, Sab. Reset en Paniek Reset
(respectievelijk menu 51.06, 51.07 en 51.22).
Deze functie is ontwikkeld om een extern signaal toestemming te geven om een systeemreset uit te voeren na
een alarmmelding.
40 Sirene Fout
Dit zonetype is bedoeld voor sirenes die beschikken over diagnosecapaciteit en storingsuitgangen. Indien deze
zone wordt geactiveerd, leidt dit tot een foutmelding.
41 Inbraak Laag
U wijst met dit zonetype een lage prioriteit toe aan een zone in geval van een inbraakalarm. De gebeurtenis
wordt in de buffer vastgelegd als lage prioriteit.
42 Inbraak Hoog
U wijst met dit zonetype een hoge prioriteit toe aan een zone in geval van een inbraakalarm. De gebeurtenis
wordt in de buffer vastgelegd als hoge prioriteit.
43 PSU Fout
Met dit zonetype wordt een algemene foutuitgang geactiveerd en wordt een voedingsfout in het geheugen
geregistreerd. De fout wordt aan de meldkamer gemeld als YP wanneer u het SIA-formaat en als 314 wanneer
u het CID-formaat gebruikt.
44-46
Niet in gebruik
47 Kluisdetector
De functie Kluisdetector is voortdurend actief en is ontwikkeld voor gebruik met kluissensoren.
Kluisdetectiezones kunnen als groep worden overbrugd met menuoptie 11 = Overbrug zone. Als de
geselecteerde te overbruggen zone een kluisdetectiezone is, worden alle met deze functie geprogrammeerde
zones overbrugd.
OPMERKINGEN:
1. Zodra een willekeurige kluisdetectiezone wordt overbrugd, worden alle kluisdetectiezones in alle blokken
overbrugd. De gebruikerscode hoeft geen toegang te verlenen tot alle blokken.
2. Kluisdetectiezones blijven overbrugd tot één kluisdetectiezone handmatig weer wordt ingeschakeld.
Het uitschakelen van het systeem zorgt er niet voor dat kluisdetectiezones opnieuw worden ingeschakeld.
52 - Programmeren Zones (vervolg)
6-85