56 - Communicatie (vervolg)
56.1.08 Installateur Test
Er kan een installateurstest worden verzonden naar de meldkamer nadat het Klantnummer en Tel.nummer 1
zijn ingevoerd om ervoor te zorgen dat de meldkamer meldingen ontvangt van de modem/kiezer.
Wanneer u deze optie selecteert, wordt een waarschuwingsbericht op het bediendeel weergegeven:
WAARSCHUWING!!! ENT=VERSTUUR TST. Druk op de toets ent om de installateurtest te verzenden.
Met deze test wordt een poging tot verzenden gedaan voor elke ingeschakelde optie. Als de test niet correct
wordt verzonden, tracht de communicatiemodule niet opnieuw gegevens te verzenden. Een mislukte
verzending telt niet mee voor F.T.C..
OPMERKING: bij activering van een installateurstest wordt een testsignaal verzonden via alle Galaxy-
communicatiemodules.
56.1.09 Aantal Belsignalen
Met deze optie bepaalt u hoe vaak de modem/kiezer overgaat voordat de inkomende oproep wordt
beantwoordt. Het programmeerbare bereik is 1 – 20. De standaardinstelling is 10.
56.1.10 Lijn Fout
De telefoonlijn waarop de modem/kiezer is aangesloten, wordt door de modem/kiezer voortdurend
gecontroleerd. Deze optie bepaalt in welke lijnbewakingsomstandigheden een LIJN FOUT wordt gemeld en
geregistreerd in het geheugen. De volgende drie lijnbewakingsfuncties zijn beschikbaar:
1 = Lage lijnspanning (standaard ingeschakeld): er treedt een lijnfout op zodra de spanning op de
telefoonlijn onder drie volt zakt of de lijn wordt doorgesneden.
2 = Geen kiestoon (standaard uitgeschakeld): er treedt een lijnfout op als de modem/kiezer geen kiestoon
waarneemt op de telefoonlijn als er een belpoging wordt gedaan. De lijnfout wordt in dat geval door de
modem/kiezer geregistreerd, maar de modem/kiezer blijft proberen te bellen, ook als er geen kiestoon
wordt waargenomen.
3 = Inkomende belsignalen (standaard Uitgeschakeld): er treedt een lijnfout op als de modem/kiezer
probeert een alarmmelding te verzenden terwijl er sprake is van een inkomend belsignaal.
OPMERKING: elke willekeurige combinatie van de bovenstaande opties kan op elk gewenst moment
worden in- of uitgeschakeld.
Wanneer zich een van deze situaties voordoet, wordt een LIJN FOUT-bericht verzonden naar de Galaxy-
centrale en opgeslagen in het geheugen, met uitzondering van lijnspanningsfouten. Deze worden verder
gecontroleerd voor de duur die is opgegeven bij parameter 51.68. Als de lijnspanning binnen deze periode
weer voldoende is hersteld, wordt er geen gebeurtenis opgeslagen. Als wordt getracht het systeem of een deel
daarvan binnen deze periode in te schakelen, wordt het bericht WAARSCHUWING - LIJN FOUT 1 ent =
INSCHAKELEN weergegeven. Als u op ent drukt, gaat het inschakelproces verder. Als u op esc drukt,
wordt er onmiddellijk een lijnfout geregistreerd in het geheugen. Als het systeem wordt uitgeschakeld,
verschijnt het bericht LIJN FOUT/FTC FOUT op het display van het bediendeel en klinkt er een lokaal
alarmsignaal. De buzzers van het bediendeel en de onboard buzzer (indien aangesloten) worden geactiveerd.
Als het systeem wordt ingeschakeld terwijl er een lijnfout optreedt, wordt het bericht LIJN FOUT/FTC
FOUT weergegeven als het systeem wordt uitgeschakeld. Dit bericht gaat vergezeld van een lokaal
alarmsignaal.
Het lokale alarmsignaal wordt alleen geactiveerd voor de eerste lijnfoutmelding per uitgeschakelde periode.
De daaropvolgende lijnfoutmeldingen worden voor de duur van de fout weergegeven als een LIJN FOUT/
FTC FOUT-bericht op het bediendeel en worden geregistreerd in het geheugen.
Als er een alarm afgaat tijdens een lijnfout, wordt de geprogrammeerde sirenevertraging van de afzonderlijke
blokken onderdrukt (zie menuoptie 51.02 = PARAMETERS.Sirene Vertraging).
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding
6-118