56 - Communicatie (vervolg)
3 = X.25
Met het kiestype X.25 wordt het verzenden van gegevens mogelijk gemaakt via een X.25-netwerk naar
compatibele X.25-ontvangers. De ISDN-module maakt gebruikt van het D-kanaal van de ISDN-lijn voor het
instellen van de verbinding. Na het instellen blijft de verbinding actief. Wanneer het kiestype X.25 wordt
geselecteerd, komt een aantal configuratieopties beschikbaar.
1 = TEI (Terminal Endpoint Identifier)
Aangezien het mogelijk is om verschillende apparaten aan te sluiten op één ISDN-lijn, zoals de X.25
ISDN-module maar ook X.25-betaalsystemen voor een pinpas, gebruikt de lokale telecomprovider de TEI
om de apparaten aan te kunnen herkennen. De lokale telecomprovider vaardigt het TEI-nummer uit.
De waarde kan van 00 tot 63 lopen.
2 = LCGN (Logical Channel Group Number)/ 3 = LCN (Logical Channel Number)
Het X.25-gegevensnetwerk maakt gebruik van de LCGN- en LCN-nummers om de gebruikers aan te
herkennen die verbinding hebben. Normaal gesproken zijn de gebruikers verbonden met het X.25-netwerk.
Het LCN-nummer kan van 000 tot 225 lopen, zodat een groot aantal gebruikers kan worden toegestaan.
Het LCGN-nummer kan dit aantal gebruikers met vijftien vermenigvuldigen. Het LCGN-nummer kan van
00 tot 15 lopen. Wanneer X.25 via ISDN wordt gebruikt, wordt het LCGN-nummer ingesteld op 00 en het
LCN-nummer op 001.
4 = Polling Tijd
Deze optie wordt gebruikt om de X.25-verbinding end-to-end te controleren. Vanuit de ISDN-module
wordt een polling uitgevoerd op de X.25-ontvanger. De ontvanger houdt tevens bij of de polling wordt
ontvangen binnen de opgegeven limiet. De tijd tussen de pollingen kan met deze parameter worden
geprogrammeerd.
5 = CUG (Closed User Group)
Afhankelijk van het land van gebruik en de lokale telecomprovider, wordt de CUG-index gebruikt.
De telecomprovider kan een gesloten gebruikersgroep toewijzen aan een bepaalde meldkamer. Het extra
abonnement voor het gebruik van X.25 over de ISDN-lijn is vaak beschikbaar in verschillende pakketten,
afhankelijk van het gebruik van de X.25-faciliteit. De waarde kan van 0 tot 9 lopen.
4 = RAM
Deze optie wordt niet gebruikt.
4 = Format
De ISDN-module beschikt over zeven signaalformats:
1 = DTMF
2 = SIA
3 = Microtech
4 = Contact ID
5 = Robofon
6 = X.25 Protocol 1 (op SIA gebaseerde format, compatibel met de OA BX X.25-ontvanger)
7 = X.25 Protocol 2 (op SIA gebaseerde format, compatibel met de Alphatronics RC 4000-ontvanger)
OPMERKING: De DTMF-, SIA-, Microtech- en Contact ID-formats zijn identiek in structuur en
programmatuur aan het menu Modem/Kiezer.
OPMERKING: De programmastructuur van het X.25-protocol 1 en -protocol 2 is vergelijkbaar met het
SIA-protocol.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding
6-126