56 - Communicatie (vervolg)
2 = Toegang Mode
Deze optie regelt de toegangsautorisatie en of de remote sessie wordt gestart vanaf de centrale of de pc.
1 = Direct Toegang
Hiermee is op elk moment toegang toegestaan (in combinatie met de toegang nivo). De toegang wordt gestart
via de remote service. Zodra de toegang is geautoriseerd en gestart, kan het uploaden, downloaden en de
remote service beginnen.
2 = Manager Authorise
Deze optie vereist de autorisatie van de locatiemanager voor remote toegang tot de Galaxy-centrale.
Er zijn twee methoden die de manager kan gebruiken om toegang tot de Galaxy mogelijk te maken via de
remote service.
Schema Toegang – De Galaxy-centrale moet binnen 40 minuten toegang vragen via Remote Servicing als deze
optie is ingeschakeld door de manager (optie 47.1.2.0). Zodra de verbinding tot stand is gebracht, is er geen
tijdslimiet voor de toegangsperiode. Wanneer de verbinding wordt verbroken, kan binnen 15 minuten via de
remote service opnieuw toegang worden verkregen tot het systeem.
Terugbellen – De manager geeft de Galaxy-centrale opdracht een verbinding tot stand te brengen met de pc
voor de remote service (gebruik optie 47.1.2.1) door een van de IP-adressen voor terugbellen te selecteren die
in het systeem zijn geprogrammeerd.
1 = Terugbel IP 1-5
Er zijn vijf mogelijke IP-adres-/poortnummerbestemmingen, die kunnen worden geprogrammeerd voor
toegang via de remote service. Zo wordt communicatie mogelijk met maximaal vijf verschillende Remote
Servicing-locaties.
1 = IP Adres
Voer het IP-adres in van de pc waarop de toepassing voor de remote service wordt uitgevoerd
2 = Poort Nummer
Voer het poortnummer in dat is toegekend voor de remote service op de pc (het standaardnummer is 10001)
56.4.04 = Autotest
Er kan automatisch met geprogrammeerde tussenpozen een installateurstest worden verzonden naar het
ontvangende station.
1 = Starttijd
De installateur gebruikt deze optie om in te voeren op welke tijd de eerste installateurstest wordt verzonden.
De volgende installateurstests worden met regelmatige tussenpozen verzonden. De frequentie van elke test
wordt geregeld met de optie 2=Interval.
2 = Interval
Met deze optie bepaalt u de periode van de starttijd tussen de automatische transmissies van de autotest.
Het programmeerbare bereik is 0-99 uur.
56.4.05 = Installateur Test
Een installateurstest kan worden verzonden via elk van de transmissiepaden zodra het juiste IP-adres/
poortnummer en de correcte klantnummers in het systeem zijn geprogrammeerd. Dan kan de installateur zich
ervan verzekeren dat de gebeurtenissen op de juiste wijze van de Ethernet-module door het ontvangende
station worden ontvangen.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding
6-140