INLEIDING Het Galaxy Dimension alarmsysteem is een systeem met microprocessorsturing dat is ontworpen met behulp van de meest recente software-en hardwaretechnologie. De Galaxy Dimension beantwoordt aan al uw behoeften op het gebied van beveiliging. De technicus programmeert en configureert het systeem volgens uw specifieke wensen.
INFORMATIE OVER BEDIENDEEL Algemeen Het Galaxy-alarmsysteem wordt bediend via het Galaxy Mk7 Full Alpha LCD-bediendeel (Liquid Crystal Display) of het TouchCenter grafische bediendeel. Mk7 LCD-bediendeel GALAXY 520 V5.00 LCD Display 08:58 Di 22 NOV Cijfertoetsen Functietoetsen Enter-toets Stertoets Escape-toets Hekje-toets Voedings-LED Cijfertoetsen (0 -9) Met deze toetsen voert u de code in, en selecteert en wijzigt u menu’...
Enter-toets (ent) Als u op de ent-toets drukt, worden de ingevoerde gegevens geaccepteerd en verwerkt. De geldige acties worden uitgevoerd en de volgende optie wordt geopend. Escape-toets (esc) Druk op de esc-toets om de huidige optie te sluiten en terug te keren naar het vorige menuniveau.
TouchCenter Knop Mk7-bediendeelinterface NOOD-knop Het TouchCenter is een touchscreen bediendeel met gemakkelijk te leren scherminstructies. De volgende functies zijn beschikbaar: • Duidelijke en gebruiksvriendelijke menu’ s ; • Duidelijke uitleg van systeemgebeurtenissen in de vorm van tekst of via pictogrammen. •...
TOEGANGBEHEER Toegangbeheerkaart Een toegangbeheerkaart is een prox-tag die voor een prox-lezer kan worden gehouden om zo: • Toegang te krijgen tot deuren met toegangscontrole. • Alarmen, fouten en sabotage te annuleren. • Het systeem in of uit te schakelen. Om een toegangbeheerkaart toe te wijzen aan een gebruiker gaat u als volgt te werk: •...
SYSTEEM INSCHAKELEN Voordat u het systeem inschakelt Voordat u het systeem inschakelt,moet u zorgen dat alle deuren en ramen goed zijn Code + A Code + ent gesloten, en dat de zones die door bewegingsdetectoren worden beveiligd, niet worden geblokkeerd. INSCHAKELEN PIN invoeren -Gebruikerstype 2.1 -2.2 Bij elk cijfer dat u invoert, hoort u een geluidssignaal en verschijnt een* op het...
Geluidssignaal Tijdens de inschakelperiode wordt een continu geluidssignaal gegenereerd als alle zones zijn gesloten. Als een zone wordt geopend tijdens de inschakelperiode, hoort u een onderbroken geluidssignaal. U hoort het onderbroken geluidssignaal ook tijdens de laatste 25% van de inschakeltijd om aan te geven dat de resterende tijd bijna om is.
MAX - INSCHAKEL OPTIES Inschakelen met gebruikerskaarten/tags/handzenders U kunt de Proximity-gebruikerskaarten/tags/handzenders gebruiken om het systeem in te schakelen. Hiervoor wijst u een van de inschakelopties toe aan een gebruiker. Als de kaart vijf seconden tegen een MAX-module of keyprox wordt gehouden, wordt de toegewezen functie op de kaart geactiveerd. Als bijvoorbeeld de functie 13 = Deelbv.
SYSTEEM UITSCHAKELEN Normale opening Het uitschakelen wordt onmiddellijk gestart wanneer de LAATSTE deur wordt geopend of een OPENINGS zone wordt geactiveerd. U hoort een langzaam pulserend PIN + ent geluidssignaal, en moet direct naar de keyprox gaan en een geldige keytag of -kaart in de prox-lezer invoeren om het systeem uit te schakelen.
Gebeurtenissen vastleggen Er geldt tijdens een bepaalde inschakel periode geen limiet voor het aantal signalen dat door individuele activeringen kan worden verzonden. Er worden echter niet meer dan drie gebeurtenissen van één en dezelfde bron in het gebeurtenis logboek vastgelegd. Storings-en sabotagecondities Wanneer een storings-of sabotageconditie optreedt terwijl het systeem is uitgeschakeld, wordt de waarschuwingsstatus geactiveerd.
MENUOPTIES De Galaxy Dimension biedt verschillende menuopties voor het wijzigen van de functionele prestaties van het systeem. Er zijn twee menustructuren: Volledig menu Deze opties kunnen alleen worden geopend door de installateur en door geautoriseerde gebruikers, zoals gebruikers met de hoofdmanagercode.
Menu openen Als u het menu wilt openen, moet u een geldige code invoeren en op ent drukken. Als er niet- geresette systeemalarmen zijn, worden deze weergegeven. Als er meer dan één alarm is, wordt het teken > weergegeven en kunt u de schuiftoetsen gebruiken om alle problemen te bekijken. Wanneer u nogmaals op ent drukt, wordt het menu geopend.
Zones overbruggen (Gebruikerstype 2.3 en hoger) Doel Met deze optie kunt u zones overbruggen voordat u het systeem inschakelt. Alleen zones die kunnen worden overbrugd, worden weergegeven. PIN + ent Opmerking zones worden slechts één inschakelperiode overbrugd. 0 = OVERBRUG ZONE [ent] selecteer Zones voor overbruggingselecteren Open het verkorte menu.
ATM 1/2/3/4-zones ATM PIN + ent Als u ATM-zones wilt overbruggen, voert u een van de tien ATM-codes (laatste tien [ent] Selecteer gebruikers) in. U selecteert deze optie door een ATM-code in te voeren en op ent 1=ATM-1 te drukken. Gebruik de toets A> om door de vier ATM-zoneopties (ATM1 tot ATM4) te bladeren, en selecteer een optie door op ent te drukken.
Bel functie (Gebruikerstype 2.3 en hoger) Doel PIN + ent Met dezeoptie schakeltu de modusBel functie in en uit. Wanneer de modusBel functie is ingeschakeld,wordenzoneswaarvoordeinstallateur 0 = OVERBRUG ZONE Bel functie heeft geprogrammeerd,evengeactiveerd bij opening. [ent] Selecteer mogelijk wordenin uwsysteemgeenzonesvandit type Opmerking: gebruikt.
Status De huidige status van de zone wordt weergegeven in de vorm van informatieover hetcircuit, bijvoorbeeld Openof Gesloten.De weergave schakelt tussendezeinformatie en functie-informatie. Beschrijving Als een zonebeschrijving is geprogrammeerd,verschijnt deze op de ondersteregel van hetscherm.De beschrijving bestaatuit alfanumerieke tekstenbiedteengedetailleerde beschrijving van dezone,bijvoorbeeld Deurlinkervleugel.
Aanvullende informatie laat B toets los Met de toets # kunt u voor bepaalde typen van gebeurtenissen aanvullende informatie weergeven. Deze informatie verschijnt op de 16:31 ZO 20 NOV VOLL. ING. GEBR 98 onderste regel. Deze informatie bestaat onder andere uit zonebeschrijvingen, gebruikerstypen en hetgebruikte bediendeel.
Looptest (Gebruikerstype 2.5 en hoger) Doel PIN + ent Met deoptie Looptest kuntu dezonestesten.Er zijn tweeopties 0 = OVERBRUG ZONE beschikbaar: [ent] Selecteer 1. Alle zoneskunnenworden getest 2. Alleen bepaalde zoneskunnenworden getest In beide gevallen geeft een geluidssignaal (als hoorbare looptest is geselecteerd) eenopenzoneaan.Detestwordtvastgelegdinhetlogboek.
Tijd en datum (Gebruikerstype 3.6) Doel PIN + ent Met de optie Tijd en datum kunt u de tijd (uren/minuten) en de datum (dag/maand/jaar) instellen. 0 = OVERBRUG ZONE [ent] Selecteer Tijd en datum selecteren Open het verkorte menu. Druk eerst op 7 en vervolgens op ent. Nadat u de optie Tijd en datum hebt geselecteerd, kunt u de tijd of datum selecteren door op de toets A>...
Wijzig Codes (Gebruikerstype 2.1 en hoger) Elke PIN-gebruiker kan zijn of haareigen PIN wijzigen. Gebruikers hebbengeentoegangtot de gebruikerscodes van anderen. De enige uitzondering op dezeregel is de managercode. Doel PIN + ent Met demenuoptieWijzig Codes kunnenmanagers(gebruikerstype3.6) de codestoewijzen, wijzigen en verwijderen waarmee gebruikers het 0 = OVERBRUG ZONE [ent] Selecteer systeem kunnenbedienen en opties kunnen wijzigen.
Codes selecteren PIN + ent Open het verkorte menu. Druk eerst op 8 en vervolgens op ent. 0 = OVERBRUG ZONE [ent] Selecteer Gebruikerscodes Nadat u de optie Wijzig Codes hebt geselecteerd, drukt u op de toets 1 om Gebr. Codes te openen.
Type wijzigen PIN + ent Aan elke gebruiker wordt een toegangstype toegewezen, dat bepaalt welke menuopties beschikbaar zijn voor de gebruiker (zie tabel 1 ‘Menuopties’). Bij het 0 = OVERBRUG ZONE [ent] Selecteer selecteren van deze optie voert u het type in dat u aan de gebruiker wilt toewijzen en drukt u op ent om het programmeren te beëindigen en terug te keren naar het vorige menuniveau.
PIN +ent • Verkort menu Alle gebruikerscodes bieden standaard toegang tot het verkorte menu. Dit menu 0 =OVERBRUG ZONE bestaat uit een selectie van tien opties (0 -9) uit de menuopties 11 -49. Het type [ent] Selecteer gebruikerscode bepaalt de toegang tot het verkorte menu. U kunt een willekeurige gebruiker toegang bieden tot het volledige menu door een sterretje (*) toe te wijzen aan de gebruiker wanneer de optie Wijzig Nivo is geactiveerd.
PIN + ent Tijdelijkecodes Via de optie Tijdelijk Code kunt u een tijdelijke PIN toewijzen aan een gebruiker. Wanneer u deze optie selecteert, voert u het aantal dagen (0 – 99) in dat de code 0 = OVERBRUG ZONE [ent] Selecteer actief blijft.
PIN + ent Blokken wijzigen Met de optie Wijzig blokk bepaalt u tot welke systeemblokken de gebruiker toegang 0 = OVERBRUG ZONE heeft en welke controle de gebruiker heeft over de desbetreffende blokken. De optie [ent] Selecteer Wijzig blokk is alleen beschikbaar als Blokkenmode is geactiveerd door de installateur.
• Blokken selecteren Gebruikers kunnen aan meer dan één blok worden toegewezen maar kunnen mogelijk Blokken B 1_______ ook bepalen welke van de toegewezen blokken ze willen weergeven, of willen in-of >B 23_____ Ú uitschakelen. Door op de toets * te drukken bij het toewijzen van blokken aan de gebruiker, activeert u de mogelijkheid om blokken te selecteren.
PIN + ent Kaartfunctie De kaart kan worden toegewezen aan één menuoptie. De gebruiker moet autorisatie 0 =OVERBRUG ZONE hebben om deze menuoptie te openen (op basis van het toegewezen [ent] Selecteer gebruikersniveau of nadat het toegangstype voor menuopties is gewijzigd door de installateur).
PIN + ent PIN Waarschuwing Met deze optie activeert u het weergeven van het resterende aantal dagen vóór de 0 = OVERBRUG ZONE [ent] Selecteer vervaldatum van gebruikerscodes waarvoor de optie Wijzig PIN is ingeschakeld. Tijdens de waarschuwingsperiode wordt de gebruiker gevraagd een nieuwe code in te voeren wanneer de bijna verlopen code wordt ingevoerd.
Inbraakspoor (Gebruikerstype 3.6) Met deze optie kunt u een overzicht weergeven van de meest recente PIN + ent alarmactiveringen. De optie Inbraakspoor registreert de details van het in- en 44 = INBRAAKSPOOR uitschakelen van het systeem onmiddellijk vóór en na de activering van het alarm, [ent] Selecteer evenals de eerste vijf gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens de activering van het alarm.
Pagina 35
2=VakantieDagen PIN + ent Met deze functie kunt u maximaal 32 vakantieschemaʼs instellen. 45= KLOK AAN/UIT Voorelke vakantieperiodevoertu eenbegin-en einddatum in metde [ent] Selecteer optie 1=Wijzig dagen. Wanneer u deze optie selecteert,worden de begin-en einddatum vanvakantieperiode01weergegeven.Alsergeen [ent] Selecteer datumszijn ingevoerd voor dezeperiode, verschijnt **/**. Als u de 2=Vakantiedagen begindatum wilt programmeren,druktu opent.
3=VroegOpen Als de optieVroeg Open (45.3.2) is geactiveerd,wordtdeLockout PIN + ent UIT-tijd voor de volgende dagverminderd methetaantal minuten(0 - 45= KLOK AAN/UIT 240) dat door de installateur is geprogrammeerd.Hierdoor kunt u het [ent] Selecteer systeem handmatig vroeger uitschakelen dan normaal. Er zijn twee functies binnendezeoptie: [ent] Selecteer De functie 1=Vroegtijdig...
5=LaatWerk Met deoptieLaat Werk autoriseertueenAutoset Verlenging vóórde waarschuwingsperiode begint. 6=WeekendWerk Met deoptieWeekend Werk schakeltuhetsysteemgedurendehetweek- end uit. Als voor Weekend Dag een anderewaardedan 0=UIT (de PIN + ent standaardinstelling)isgeprogrammeerd,nemendeklokken opdevolgende 45= KLOK AAN/UIT geprogrammeerdeweekenddag de toegewezenpatroondag over. [ent] Selecteer Op die manier kan bijvoorbeeld een zondag de instellingen voor de automatischinstelling vandelockout-klokkenvaneenmaandaggebruiken.
Blok overbruggen (Gebruikerstype 3.6) Met deze optie kan een code van het type 3.6 alle zones die kunnen worden overbrugden openzijn ophet eindevan de bevestigingstijd in een of meer blokken, als één blok overbruggen. Alle zones in de desbetreffende blokken met de parameter Overbruggen geactiveerd, worden overbrugdals u dezeoptie selecteert.
RS toegang (Gebruikerstype 3.6) Met deze menuoptie regelt u verbindingen voor remote service. Remote service is een procedure waarmee de installateur het alarmsysteem op afstand kan bedienen via een telefoonlijn of een soortgelijke verbinding. Met de optie 1=Service kunt u de toegangsmodus voor de remote service inschakelen. Er zijn vier communicatieapparaten beschikbaar.
LOOS ALARM VOORKOMEN Loos alarm is lastig en kan duur zijn. En mogelijk reageert de politie niet meer op volgende alarmen. Hier zijn negen tips om u te helpen loos alarm te voorkomen. 1. Zorg dat u goed vertrouwd bent met de bediening van het alarmsysteem. Als u afwezig bent, moet een persoon met duidelijke instructies bereikbaar zijn om het systeem te bedienen.
ALARM-EN HELP-BERICHTEN Centrale is in alarm Het systeem bevindt zich in alarmmodus. Het alarm moet worden gereset met CENTRALE behulp van een geldige PIN of sleutel. IS IN ALARM Paniek/Reset gevraagd Wanneer een paniekzone is geactiveerd, moet het systeem worden gereset met Paniek/Reset gevraagd behulp van een code van hoog niveau (zoals een manager of installateur, afhankelijk van de niveau-instelling voor het resetten).