Download Print deze pagina
Honeywell Galaxy 2 Series Programmeerhandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor Galaxy 2 Series:

Advertenties

Galaxy 2 Series
Installatie- en programmeerhandleiding
Honeywell Security

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Honeywell Galaxy 2 Series

  • Pagina 1 Galaxy 2 Series Installatie- en programmeerhandleiding Honeywell Security...
  • Pagina 3 Inhoudsopgave Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Inhoud HOOFDSTUK 1: INLEIDING ................ 1 Optionele randapparaten..................2 Kenmerken ......................3 RF ............................3 Blokken..........................3 Kiezer ............................. 3 SMS-tekstberichten......................3 Prox-bediendelen ......................... 3 Toegangsdeurbewaking ..................... 3 Remote service ........................3 HOOFDSTUK 2: SNELSTART ..............5 Opstarten ........................
  • Pagina 4 Installatiekit ......................... 22 Het deksel van de behuizing verwijderen............... 22 Het deksel van de behuizing plaatsen ................22 De printplaat van de Galaxy 2 Series verwijderen en plaatsen ........22 De printplaat verwijderen ........................... 23 De printplaat plaatsen ..........................23 De grondplaat van de plastic behuizing monteren ............
  • Pagina 5 Inhoudsopgave Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Randapparaten: installatie, aansluiting en adressering ........ 26 Configuratie ........................26 Algemeen ..........................26 Mk7 LCD-bediendeel/keyprox ..................27 Bediendeel/keyprox installeren ........................ 27 Volumeregeling ............................28 Mk7-bediendeel/keyprox adresseren ...................... 28 Mk7-bediendeel/keyprox toevoegen aan het systeem ................28 Conformiteit ..............................
  • Pagina 6 GSM-module (alleen 2–44+) ....................49 Kenmerken ..............................50 Conformiteit ..............................50 HOOFDSTUK 6: ALGEMENE BEDIENING ..........51 Gebruikers van de Galaxy 2 Series ..............51 Gebruikers .......................... 51 Installateurs ........................51 Algemene bediening van menu’s ..............51 Volledig inschakelen......................52 Deelbeveiligd Inschakelen ....................
  • Pagina 7 Inhoudsopgave Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 7: MENUOPTIES ..............61 Menu 10 - Inschakelmenu ....................61 Optie 11 - Overbrug Zone .......................... 61 Optie 12 - Inschakelen ..........................61 Optie 13 - Deelbeveiligd Inschakelen ...................... 61 Optie 14 - Nachtstand Inschakelen ......................61 Optie 15 - Bel Functie ..........................
  • Pagina 8 HOOFDSTUK 14: LIJST VAN HET GEBEURTENISLOGBOEK ..... 131 HOOFDSTUK 15: SPECIFICATIES ............134 HOOFDSTUK 16: CONFORMITEIT EN GOEDKEURINGEN ....136 Conformiteit ........................136 Goedkeuring voor het openbare telefoonnetwerk (PSTN) ......... 136 BEPERKTE GARANTIE VAN HONEYWELL SECURITY......137 Bijlage A: Contact ID meldingen ............A-1...
  • Pagina 9 HOOFDSTUK 1: INLEIDING De Galaxy 2 Series is een inbraakalarmcentrale met 12 zones. Er bestaan 2 varianten. De 2-44+ is de volledige versie die tot 44 zones kan worden uitgebreid. De 2-20 is de instapversie die tot 20 zones kan worden uitgebreid.
  • Pagina 10 Inleiding (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Optionele randapparaten • Zone-expander: voor acht extra bedrade zones en vier programmeerbare uitgangen. Of vier extra bedrade zones en geen uitgangen. • Ethernet-module: dit optionele randapparaat kan worden aangesloten op de RS485-lijn van de centrale.
  • Pagina 11 Remote service De service aan de centrale van de Galaxy 2 Series kan op afstand en/of lokaal worden uitgevoerd via een pc (personal computer). Dit is mogelijk wanneer de Remote Servicing-software (Access Lite) op de pc is geïnstalleerd.
  • Pagina 12 Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie...
  • Pagina 13 Standaard Installateurcode: 112233 Toegang tot het menu, bediening en navigatie Alleen met geldige codes kan toegang worden verkregen tot de menuopties van de Galaxy 2 Series. Typ de code en druk vervolgens op ent om het menu te openen. Gegevensinvoer op de ECP- en de RS485-bediendelen gebeurt met de functietoetsen 0-9 en de toetsen * en # op het bediendeel.
  • Pagina 14 Snelstart (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Alarm wissen Alarm, fouten en sabotage kunnen worden gewist, op voorwaarde dat: 1. De oorzaak is opgelost. 2. Een geautoriseerde gebruikerscode of Technistore-dagcode is ingevoerd. 3. Alle meldingen zijn bekeken op het display van het bediendeel na de stappen 1 en 2 hierboven. Als een gebruiker niet alle foutcondities kan wissen, wordt een tijdelijke banner weergegeven met de melding dat een manager of installateur nodig is om het systeem te herstellen.
  • Pagina 15 2, 3, 4, 5 Vast moduleadres Ethernet is 17 Ethernet-module (1) GSM (alleen 2-44+) E080 2-weg voice (alleen 2-44+) * Alleen de eerste uitbreiding kan op de 2-20 worden gebruikt RF-portal (2) Afbeelding 1. Systeemconfiguratie van de Galaxy 2 Series...
  • Pagina 16 Systeem aansluiten Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 4: SYSTEEM AANSLUITEN Algemene informatie Het is van essentieel belang dat u dit product correct installeert, met name in verband met de veiligheid van anderen en de aansluiting op de netspanning. Dit product is niet geschikt voor installatie, onderhoud of aansluiting door de gebruiker.
  • Pagina 17 WAARSCHUWING: de behuizing van de centrale mag pas worden geopend als de netspanning is geïsoleerd. Als de groene voedings-LED 2 brandt, is de netvoeding ingeschakeld. Het deksel van de Galaxy 2 Series-behuizing moet worden teruggeplaatst nadat de telefoonaansluiting is voltooid om blootstelling aan mogelijk gevaarlijke...
  • Pagina 18 Systeem aansluiten (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Elektrisch vermogen apparatuur De centrale werkt op een voeding van 230 volt wisselstroom (230 V +10% -15%) bij een frequentie van 50 Hz. De apparatuur is niet geschikt voor andere soorten voedingen. Het maximale stroomverbruik bij normaal gebruik bedraagt 200 mA.
  • Pagina 19 20 mm van de buitenlaag af en verwijder ongeveer 4 mm isolatiemateriaal van de draden die u moet aansluiten op de Galaxy 2 Series. Sluit terminal 2 en 5 aan op de telefoonaansluiting via de terminals A en B (TB1) op de Galaxy 2 Series- printplaat, zie afbeelding 3.
  • Pagina 20 De som van alle aansluitfaktoren mag niet groter zijn dan drie. De aansluitfaktor van de Galaxy 2 Series is één (1). Het is aan te raden dat het telefoonnet de volgende voorzieningen heeft: •...
  • Pagina 21 Printplaatindeling Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 5: HARDWARE Printplaatindeling (2–44+) LED2 Afbeelding 4. Printplaatindeling van de Galaxy 2–44+...
  • Pagina 22 Printplaatindeling (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Printplaatindeling (2–20) AC-voedingsingang Accuterminals BATT + PROGRAMMEERHEADER BATT - Uitgang voor telefoonlijn Voedings- Aux-uitgang (12 V) Ingang voor LINE IN telefoonlijn Trigger F1 (1 A) BATT Header Alternatieve RS 485-lijnen Jumper RS485 telefoonaansluiting eindelusweerstand Luidspreker...
  • Pagina 23 De Galaxy 2–44+ heeft 12 onboard zones die uitbreidbaar zijn tot 44 (RS485-bus) of 36 (ECP-bus). De zones op de Galaxy 2 Series kunnen in een van de volgende drie modes werken: Normaal gesloten, Double balanced en End-of-line. De zoneaansluiting voor de drie modes wordt op de volgende drie afbeeldingen getoond: Afbeelding 6.
  • Pagina 24 Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Zones aansluiten De zones op de Galaxy 2 Series-centrales zijn standaard ingesteld als Double balanced. Elke zone is met 1 kΩ gesloten en met 2 kΩ geopend. De overgang van 1 naar 2 kΩ genereert een alarmconditie.
  • Pagina 25 Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Zoneadressen Elke zone op de Galaxy 2 Series heeft een adres dat uit 4 cijfers bestaat. Bijvoorbeeld: 1004 of 1058. Het adres is opgebouwd uit drie referentienummers, zoals op de volgende afbeelding wordt getoond:...
  • Pagina 26 Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Uitgangen De Galaxy 2 Series heeft vier onboard uitgangen op RIO 0: Ingeschakeld, Speaker, Sirene en Flitser. De notatie van de adressen van de uitgangen lijkt op die van de zones. De adressen van deze uitgangen zijn als...
  • Pagina 27 Triggerheader Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Ingangen Lijn Fout: deze ingang informeert de centrale dat de kiezer een telefoonlijnfout heeft (actief 0V). Reset: deze ingang van de kiezer reset de centrale van een laag naar een hoog signaal (negatief wordt verwijderd).
  • Pagina 28 4-aderige standaardkabel worden gebruikt. 3. Er mag slechts één AB aderpaar in een kabel aanwezig zijn. 4. De voeding in de centrale van de Galaxy 2 Series en de externe voedingen mogen niet parallel worden aangesloten. 5. De 0 V van alle externe voedingen moet gemeenschappelijk worden aangesloten op de 0 V van de centrale van de Galaxy 2 Series.
  • Pagina 29 ECP-bus Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie ECP-bus (alleen 2–44+) De ECP-bus kan tegelijk met de RS485-bus werken. De kabel kan een 4-aderige standaardkabel zijn, en mag in ster of afgetakt aangesloten worden. De maximale lengte van de kabel is 100 meter. Centrale ECP-bus Bediendeel...
  • Pagina 30 Monteren van de centrale (plastic behuizing) Installatiekit Bij de plastic behuizing van de Galaxy 2 Series wordt een installatiekit geleverd. Deze bevat 13 zoneverbindingen, een kabelklem met twee zelftappende schroeven, twee dekselschroeven M4 x 20 mm, een sabotageveer, accuconnectorkabels en 24 weerstanden van 1 kOhm.
  • Pagina 31 De sabotageveer monteren De behuizing van de plastic behuizing van de Galaxy 2 Series wordt geleverd zonder bevestigde sabotageveer. De centrale werkt niet zonder een sabotageveer. Het is daarom de verantwoordelijkheid van de installateur om de sabotageveer op de correcte wijze te bevestigen. De veer wordt bij de installatiekit geleverd. De installateur moet ervoor zorgen dat de veer goed wordt vastgemaakt aan de sabotagepost (SW1).
  • Pagina 32 Monteren van de centrale (metalen behuizing) Installatiekit Bij de metalen behuizing van de Galaxy 2 Series wordt een installatiekit geleverd. Deze bevat twee zelftappende dekselschroeven nr. 8 x 12 mm, sjabloon voor tekstprogrammering 6160, twee accukabels (een rode en een zwarte), 10 mm kabelkrammen en 24 weerstanden van 1 kOhm.
  • Pagina 33 Monteren van de centrale (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie De printplaat van de Galaxy 2 Series verwijderen en plaatsen OPMERKING: de printplaat is al in de metalen behuizing geïnstalleerd. De printplaat hoeft niet te worden verwijderd om toegang te kunnen krijgen tot de bevestigingssleuf van het sleutelgat (zie afbeelding 17).
  • Pagina 34 Wijzigingen in adressen van randapparaten worden pas doorgevoerd wanneer het randapparaat opnieuw op spanning wordt gebracht. Algemeen U kunt de volgende randapparaten aansluiten op de Galaxy 2 Series: RS485-bus: Mk7 LCD-bediendeel/keyprox; MAX ; RIO; PSU; Ethernet; RF-portal.
  • Pagina 35 Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Mk7 LCD-bediendeel/keyprox Het Mk7-bediendeel is een alfanumeriek bediendeel met 16 tekens dat gebruikt wordt om de Galaxy 2 Series te programmeren en in te schakelen. Het display is over twee regels verdeeld. De Mk7-keyprox is een standaardbediendeel met een proximity-kaartlezer, die beide in één behuizing zijn ondergebracht.
  • Pagina 36 Randapparaten (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 4. Als u voor het bediendeel een kabel (A, B, +, -) gebruikt die door de muur loopt, plaatst u de kabel achter de achterplaat in de daarvoor aanwezige kabelbuizen. De kabel kan worden ingevoerd vanaf de bovenkant of de onderkant van de achterplaat.
  • Pagina 37 Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie RIO (Remote Input Output) U kunt Galaxy RIO’s toevoegen aan de RS485-bus op de centrale van de Galaxy 2 Series. Met elke extra RIO wordt het systeem met acht zones en vier uitgangen uitgebreid.
  • Pagina 38 (aarde of 0 V) van de RIO. De beschikbare stroom door elke uitgang bedraagt 400 mA. De standaardfuncties en pull-upweerstanden van elke RIO-uitgang wanneer deze op een Galaxy 2 Series is aangesloten, worden weergegeven in de volgende tabel: Uitgang nr.
  • Pagina 39 De PSU van de Galaxy bestaat uit 2 modules, de voedingsprint en de hoofdprint. De PSU kan op de centrale van de Galaxy 2 Series worden aangesloten via de RS485 (AB)-lijn. U kunt de PSU in plaats van een standaard RIO gebruiken om voedingsproblemen op te lossen die zich voordoen wanneer een extra RIO op afstand van de centrale is gemonteerd.
  • Pagina 40 PSU (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Installatie-instructies De installatie en aansluiting moeten door een vakkundige installateur worden uitgevoerd. De voeding van de Galaxy moet worden aangesloten op de netspanning (230/240 VAC, 50 Hz). De voeding van de Galaxy PSU is in een metalen behuizing met grondplaat geïnstalleerd. De installatieprocedure van de grondplaat van de centrale is als volgt: Leid de netvoedingskabel door de opening aan de rechterkant van de grondplaat.
  • Pagina 41 PSU (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Accu De minimale capaciteit van de accu voor de PSU is 1x 7 Ah. De maximale capaciteit van de accu voor de PSU is 2 x 17 Ah. Accutest Een accutest wordt automatisch eenmaal per uur met volledige belasting uitgevoerd, en tijdens de afsluitprocedure van de installateurmode.
  • Pagina 42 ECP-zone-expander Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie ECP-zone-expander (alleen 2–44+) Dit is een uitbreiding voor gebruik op centrales die de ECP-communicatiebus gebruiken. Op de centrale van de Galaxy 2–44+ kunnen maximaal drie zone-expanders worden gemonteerd. Elke uitbreiding geeft 8 extra bedrade zones en vier programmeerbare uitgangen.
  • Pagina 43 ECP-zone-expander (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie De ECP-zone-expander adresseren Selecteer jumperadressen voordat u de zone-expander inschakelt. De beschikbare adressen zijn 2, 3 en 4. Raadpleeg tabel 11 voor jumperinstellingen. 8-Zone-expander 4-Zone-expander Toegewezen Toegewezen Toegewezen Toegewezen Adres zones uitgangen zones uitgangen 1021 - 1028...
  • Pagina 44 Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Ethernet-module De Ethernet-module is een optionele aanvulling op de Galaxy 2 Series-centrales vanaf V1.4. Het is een intelligente en compacte module waarin alarmsignalering, remote service en geïntegreerde faciliteiten via een Ethernet-LAN en/of -WAN zijn gecombineerd. De Ethernet-module wordt aangesloten op 10 Base T Ethernet-netwerken die UDP/IP- en TCP/IP-protocollen ondersteunen.
  • Pagina 45 Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie G2 RF-portal Het G2 RF-portal is een draadloze ontvanger voor V2- en Alpha Domonial-zenders van Honeywell. De centrale kan met het G2 RF-portal signalen ontvangen van draadloze detectoren en radio-keyfobs. De centrale kan met één RF-portal draadloze detectoren toewijzen aan één of aan alle detectiezones. Er kunnen echter twee RF-portals worden gebruikt om de dekking te verbeteren.
  • Pagina 46 RF-portal (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie OPMERKINGEN: • De plastic grondplaat moet zo worden gemonteerd dat wanneer de printplaat is geïnstalleerd, de antenne verticaal staat (zie afbeelding 27, Plastic grondplaat met geïnstalleerde printplaat) • De plastic grondplaat wordt met drie schroeven bevestigd. Deze worden niet bij de installatiekit geleverd.
  • Pagina 47 RF-portal (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie De RF-portal aansluiten De RS485 (AB)-lijn van de RF-portal moet parallel worden aangesloten (configuratie met serieschakeling) op de RS485 (AB)-lijn van bediendelen die op het systeem zijn aangesloten. Voor de RF-portal is 12 V gelijkspanning (9,0 V tot 14,0 V) en 55 mA nodig.
  • Pagina 48 6160-bediendeel Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 6160-bediendeel/keyprox/RFH (alleen 2–44+) Het 6160-bediendeel is een adresseerbaar alfanumeriek bediendeel dat kan worden gebruikt om de Galaxy 2–44+ centrale op afstand in of uit te schakelen. Het is tevens verkrijgbaar als een gecombineerde bediendeel/keyprox-eenheid (bediendeel met ingebouwde proximity-kaartlezer). U kunt met de keyprox-versie het systeem in- en uitschakelen met keytags en kaarten.
  • Pagina 49 6160-bediendeel (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 6160-bediendeel adresseren Bediendeel-adres moet 0 - 3 zijn. Stel het adres als volgt in: 1. Breng het bediendeel opnieuw op spanning of activeer de sabotageschakelaar van het bediendeel. 2. Houd binnen 60 seconden nadat u stap 1 hebt uitgevoerd, knop 1 en 3 vijf seconden ingedrukt. OPMERKING: als er 10 seconden voorbij zijn gegaan zonder dat u op een toets hebt gedrukt, wordt de adresseringsmode van het bediendeel afgesloten.
  • Pagina 50 Galaxy 2 Series configureren. Online De MAX kan in de online mode, met de centrales van de Galaxy 2 Series, als een volledig geïntegreerde module in het systeem werken. In deze configuratie kan de MAX worden gebruikt voor deurbewaking en het inschakelen/uitschakelen van het alarmsysteem.
  • Pagina 51 (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Bedrading van de MAX U kunt de MAX -eenheid op twee manieren aansluiten op de centrale, afhankelijk of de eenheid wordt gebruik in een online of standalone configuratie. In het onderstaande diagram vindt u de details voor beide configuraties.
  • Pagina 52 (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Een MAX -lezer in het systeem configureren OPMERKING: er kan maar één MAX-lezer worden gebruikt. De MAX -lezer kan alleen in het Galaxy-systeem worden geconfigureerd in de installateurmode. Het zal ongeveer 10 seconden duren voordat het systeem de MAX ziet en kan adresseren. Start de installateurmode.
  • Pagina 53 (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Als standalone MAX configureren 1. Controleer of de MAX is aangesloten op de Galaxy (RS485 AB-lijn) en de MAX-mode is ingeschakeld (optie 63.2.1 = OPTIE BLK/MAX MAX.MAX Mode). 2. Selecteer optie 63.2.2 = OPTIE BLK/MAX MAX.MAX Adres en druk op de toets ent. De Galaxy zoekt naar de MAX met het hoogste adres (de nieuwe MAX -lezer).
  • Pagina 54 (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Gebruikershandleiding Voor toegang moet een geldige gebruikerskaart worden gepresenteerd aan de MAX . Wanneer de deur wordt geopend zonder dat een geldige kaart wordt gepresenteerd, gaat een alarm af op de centrale wegens een geforceerde deur. De buzzer gaat af en LED 2 knippert totdat de deur wordt gesloten. Wanneer de toegangsschakelaar wordt geactiveerd, kan de deur worden geopend zonder dat het alarm afgaat als er geen kaart wordt gepresenteerd aan de MAX 1.
  • Pagina 55 U kunt in plaats daarvan ook rechtstreeks een 14-weg socket aansluiten op de audioheader op de hoofdprintplaat. Het Galaxy 2 Series Audio Terminal Board is een connector die 2-weg audiocommunicatie (spreken en luisteren) toestaat tussen de hoofdprint en de PAC (Particuliere Alarm Centrale). Het Audio Terminal Board wordt aangesloten op een TP800-luidsprekermicrofoon zodat audiocommunicatie mogelijk is via de onboard PSTN/modemverbinding of de GSM-opsteekmodule.
  • Pagina 56 2-weg audio (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Bediening van 2-weg audio Er zijn twee soorten audiocommunicatie mogelijk; Inluisteren In deze mode blijft de centrale 30 seconden online nadat een alarmsignaal naar de PAC is gestuurd, zodat de operator onsite naar de audio kan luisteren. De bediening vindt plaats via de externe DTMF-telefoon en is als volgt: 1.
  • Pagina 57 GSM-module Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie GSM-module (alleen 2–44+) U kunt een speciale GSM-telecommunicatie-interface aansluiten op de centrale van de Galaxy 2 Series, zodat een alternatief communicatiepad voor de PSTN-telefoonlijn beschikbaar is. De GSM-module wordt als volgt geïnstalleerd. LET OP: Installeer de centrale met de GSM-module op ten minste 1,5 afstand van draadloze randapparaten.
  • Pagina 58 GSM-module (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Opmerking over SIM-kaarten: u kunt alle geldige GSM SIM-kaarten gebruiken. Zowel abonnementen als prepaid werkt, hoewel SIM-abonnementen beter zijn voor systemen met alarmsignalering aangezien er geen kans is dat het tegoed opraakt wanneer een alarmactivering moet worden gesignaleerd. Als de GSM-module wordt gebruikt voor remote service, moet een SIM-kaart met data worden gebruikt.
  • Pagina 59 # is toegewezen (zie Optie 42.1.1). Algemene bediening van menu’s De Galaxy 2 Series heeft verschillende menuopties voor de bediening en wijziging van de functionele prestaties van het systeem. Voor toegang tot deze functies moet de gebruiker zich eerst aanmelden door een geldige code in te toetsen.
  • Pagina 60 Inschakelmenu Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie De volgende toetsen worden gebruikt om in het menu te navigeren en gegevens in te voeren: 0-9: numerieke gegevensinvoer. ent: hiermee accepteert de u huidige weergave of opent u de geselecteerde optie. esc: hiermee verlaat u de geselecteerde optie.
  • Pagina 61 Inschakelmenu (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Nachtstand inschakelen Nachtstand In Nachtstand In Nachtstand In Nachtstand In Nachtstand In Voer in: gebruikerscode en druk op B. Druk op 2 = Nachtstand Inschakelen Dit is gelijk aan de Deelbeveiligd Inschakelen, behalve dat op het bediendeel Nachtstand In wordt weergegeven.
  • Pagina 62 Alarm wissen Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Alarm herstellen Alarmen, fouten en sabotage kunnen worden hersteld, op voorwaarde dat: 1. De oorzaak is opgelost. 2. Een geautoriseerde gebruikerscode of Technistore-dagcode is ingevoerd. 3. De voorwaarden zijn weergegeven op het display van het bediendeel na stap 1 en 2 hierboven. Als een gebruiker niet alle situaties kan herstellen, wordt een tijdelijke banner weergegeven om aan te geven dat een manager of installateur nodig is om het systeem te herstellen.
  • Pagina 63 Inschakelen met keyfobs Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Wanneer u op enter drukt, wordt de conditie voor slechts één vaste periode overbrugd. Wanneer u op escape drukt, keert het bediendeel terug naar de vorige banner. Wanneer u het systeem inschakelt met een overbrugde fout- of sabotageconditie, wordt op het display de overbrugde functie weergegeven in plaats van de ingeschakelde mode.
  • Pagina 64 Inschakelen met keyfobs (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie TCB800m-keyfob Deze keyfob kan worden geconfigureerd in twee modes: Volledig inschakelen Alphaprotocol (standaard) LED 1 Als de keyfob is ingesteld op de Alpha-mode, is er Uitschakelen/annuleren compatibiliteit met RF-portal artikelnummer C079 LED 2 en V1.4-centralesoftware.
  • Pagina 65 Inschakelen met keyfobs (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie De TCB800m-keyfob geeft ook LED-indicaties van de basissysteemstatus en signaalbevestiging (zie tabel 17 hieronder). Status Galaxy- Status Galaxy- centrale (blokken centrale (blokken LED(s) Opmerkingen uitgeschakeld) ingeschakeld) Volledig Alle blokken volledig LED's knipperen tijdens het wachten ingeschakeld ingeschakeld...
  • Pagina 66 Inschakelen met keytags/kaarten Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie In- en uitschakelen met keytags of kaarten De volgende informatie is van toepassing op systemen die van een keyprox zijn voorzien. Alleen 6160-keyprox: U kunt het systeem niet inschakelen met een keytag of kaart als er een foutconditie is.
  • Pagina 67 Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Tekst programmeren Bepaalde functies op de Galaxy 2 Series kunnen worden ingesteld met tekstbeschrijvingen of namen. Wanneer een van deze wordt bewerkt, wordt op het bediendeel aanvankelijk de nu geprogrammeerde naam weergegeven. U kunt de toetsen A en B gebruiken om de bewerkingscursor naar rechts en naar links in de naam te verplaatsen.
  • Pagina 68 Extra functies Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Extra functies Codesabotage Wanneer u achter elkaar 10 verkeerde codes invoert, wordt het bediendeel geblokkeerd indien deze optie is ingeschakeld (zie Optie 51.14=Parameters.Lockouts). De blokkering duurt twee minuten. Als u vervolgens nogmaals 10 keer een verkeerde code invoert, wordt een sabotage geregistreerd en een signaal gegeven.
  • Pagina 69 Inschakelmenu Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 7: MENUOPTIES Menu 10 - Inschakelmenu Optie 11 - Overbrug Zone Met deze optie kunt u zones tijdelijk overbruggen uit het systeem. Nadat een zone is overbrugd, wordt geen alarm voor deze zone gegenereerd. De overbrugging van de zone kan worden in- en uitgeschakeld met de toets #.
  • Pagina 70 Weergaveopties Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Menu 20 - Display Menu Optie 21 - Display Zones Met deze optie wordt de status van elke zone (één tegelijk) in het systeem weergegeven. Gebruik de scrolltoetsen om door de zonelijst te bladeren. Voor elke zone worden het zonetype en de status open/ gesloten/sabotage weergegeven.
  • Pagina 71 Optie 24 - Print Opties OPMERKING: er moet een seriële printer zijn aangesloten op de programmeerheader van de printplaat van de Galaxy 2 Series. Met deze optie kan de gebruiker het gebeurtenislogboek afdrukken. OPMERKING: de systeemprogrammering kan alleen worden afgedrukt door een installateur via menuoptie 57.
  • Pagina 72 Testopties Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Menu 30 - Test Optie 31 - Looptest Met menuoptie 31 kan voor de looptest een keus worden gemaakt uit een selectie van zones of één zone. OPMERKING: zones die geprogrammeerd zijn met de volgende functies, blijven tijdens de looptest actief: 24 uur, Paniek, PA Stil, Brand, Sabotage, Batterij Fout, 230VAC Fout, Assistentie, Sirene Fout, PSU Fout.
  • Pagina 73 Gebruiker Codes Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Menu 40 - Wijzig Menu Optie 41 - Tijd en Datum Deze optie heeft twee subopties: A = Tijd Wanneer u deze suboptie selecteert, kunt u een nieuwe tijd invoeren. De tijd moet een geldig getal van vier cijfers in de 24-uurs notatie (uu:mm) zijn.
  • Pagina 74 1 = Wijzig Code Met de code wordt elke gebruiker bij de centrale van de Galaxy 2 Series geïdentificeerd en kan de gebruiker het systeem bedienen. Met deze optie kan een code worden toegewezen aan een gebruiker of kan een bestaande code worden gewijzigd.
  • Pagina 75 Gebruiker Codes (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 3 = Blokken Met dit kenmerk worden de systeemblokken bepaald waartoe de gebruiker toegang heeft en die hij kan bedienen. Dit kenmerk is alleen beschikbaar wanneer de blokkenmode is ingeschakeld, zie optie 63.1. Toegang tot het gemeenschappelijk blok is niet vereist aangezien dit automatisch wordt in- en uitgeschakeld.
  • Pagina 76 Gebruiker Codes (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Keyfobs toevoegen (ECP) 1. Open menu 42.1 = Wijzig Codes.Gebruikerscodes. 2. Selecteer een gebruiker. 3. Selecteer optie 5 = RF Keyfob. 4. Druk op * (AUTO) om de keyfob op het systeem in te leren. 5.
  • Pagina 77 Gebruiker Codes (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Keytags of kaarten toevoegen - alleen Mk7 keyprox 1. Open menu 42.1 = Wijzig Codes.Gebruikerscodes. 2. Selecteer een gebruiker. 3. Selecteer optie 6 = Max Kaart. 4. Druk tegelijk A en 1 in om de keytag/kaart op het systeem in te leren. OPMERKING: Wanneer u op A en 1 drukt, moet u ervoor zorgen dat u de keytag of de kaart niet bij het prox-symbool houdt.
  • Pagina 78 Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Optie 44 - Mobiele nummers De Galaxy 2 Series kan SMS-berichten verzenden naar gebruikers op drie verschillende telefoonnummers om systeemgebeurtenissen te melden. Met deze optie kunnen gebruikers mobiele telefoonnummers en het type berichten inschakelen of wijzigen. Er zijn drie subopties, één voor elk telefoonnummer:...
  • Pagina 79 28 - Installateur Toegang Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 4 = Auto Service (alleen toegankelijk voor installateur) U kunt met deze optie een automatisch gestarte oproep voor remote service naar het remote servicecentrum maken. 1 = Mode Hiermee selecteert u de mode van de automatische verbindingen voor remote service. 0 = Uit In deze mode wordt door de centrale geen automatische oproep voor remote service gestart.
  • Pagina 80 51 - Parameters Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Menu 50 - Systeem Menu 1 Optie 51 - Parameters De installateur kan met deze optie de instellingen voor de systeemfuncties wijzigen. De opties kunnen met de toetsen A of B worden geselecteerd of door de tweecijferige parameter in te voeren en op de toets ent te drukken.
  • Pagina 81 51 - Parameters (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Parameter Waarden Standaard 01=Sirenetijd 01-30 minuten 3 minuten 02=Sirenevertraging 0=Uit 1=Aan - 10 min. 0=Uit 04=Uitgangstijd 00 - 99 seconden 00=Oneindig/laatste deur 05=Ingangstijd 00 - 99 seconden 06=Deel in sign. 0=Stil 1= Bediendeel 2=Bediendeel en luidspreker 1=Bediendeel 07=Alarm reset...
  • Pagina 82 51 - Parameters (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 01 = Sirene Tijd Dit is de tijdsduur waarvoor de sirenes geactiveerd blijven nadat een alarmsituatie is opgetreden. De duur van de uitgang is programmeerbaar binnen het bereik 01-30 minuten. De standaardduur is 3 minuten. 02 = Sirene Vertraging Wanneer deze parameter op Aan is gezet, wordt de werking van de sirene met 10 minuten na een inbraakalarm vertraagd.
  • Pagina 83 51 - Parameters (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 07 = Alarm Reset Deze parameter geeft aan welk type reset nodig is voor een gesignaleerd inbraakalarm. Er zijn twee instellingen: 0. Code (standaard) Deze instelling geeft toestemming om een volledig inbraakalarm te resetten aan de gebruikers die als het volgende gebruikersnivo zijn geprogrammeerd: gebruiker, manager, master.
  • Pagina 84 51 - Parameters (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 11 = Hoorbare 230VAC Fout Deze parameter heeft twee instellingen: 0. Uit 1. Aan (230VAC, Accu laag). Wanneer de parameter is ingesteld op 1 (Aan), wordt alarm op het bediendeel gegeven (zie parameter 23). OPMERKING: Accu laag/gemist wordt niet direct weergegeven;...
  • Pagina 85 51 - Parameters (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Assistentie: Op het bediendeel wordt een alarmmelding weergegeven en u hoort een snelle pieptoon. De assistentie-uitgangen/communicatietriggers worden geactiveerd. Brand: Op het bediendeel wordt een brandmelding weergegeven met een langzame pieptoon, en de brand-uitgang/communicatietriggers worden geactiveerd.
  • Pagina 86 51 - Parameters (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 17 = Configureer Deze parameter heeft twee subopties: 1. Configureer Met de optie Configureer configureert u modules die aan het systeem zijn toegevoegd. Er wordt een alarm gegeven als er actieve sabotage is of als modules als ontbrekend zijn gerapporteerd. Het bericht WAARSCHUWING!!! ENT = RESET SYST.
  • Pagina 87 51 - Parameters (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 20 = Nacht Alarm Met deze optie bepaalt u of de Sirene en Flitser uitgangen tijdens een alarm worden geactiveerd wanneer het systeem Nachtstand ingeschakeld is. 0. Uit 1. Aan (standaard) OPMERKING: de buzzers en luidsprekers blijven wel geactiveerd.
  • Pagina 88 51 - Parameters (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 2. Afwijken Inlooproute Deze optie heeft twee instellingen: 0 = Uit 1 = Aan (standaard) Indien ingesteld op 0 (Afwijken Inlooproute niet toegestaan), leiden afwijking van de inlooproute bij binnenkomst of het verlengen van de inlooptijd tot een volledig alarm. Een inlooproute is gedefinieerd als zones geprogrammeerd als 01 (laatste) en 02 (volgzone).
  • Pagina 89 Deze parameter heeft drie opties: 1. Zone Configuratie De zones op de Galaxy 2 Series werken als Normally Closed, Double Balanced, End of Line. Hiermee stelt u de configuratie voor alle bedrade zones in het systeem in, inclusief de uitbreidingen. Zie Hoofdstuk 5: Hardwarezones voor instructies over het aansluiten van de verschillende configuraties.
  • Pagina 90 51 - Parameters (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 3. Hoorbare Jam Met deze parameter onderdrukt u alarmindicaties voor hoorbare storingsfouten. De parameter heeft twee instellingen: 0 = Uit (altijd stil). Dit is de standaardinstelling. 1 = Aan (volgt de waarschuwingsprogrammering in parameter 23) 4.
  • Pagina 91 51 - Parameters (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 3 = Altijd Bevestiging (Geen DD243) Deze optie betekent dat bevestigd alarm kan worden gegenereerd door een alarm dat op een willekeurig moment tijdens de ingeschakelde staat is geactiveerd. 3. Bediendeel Restrictie Deze optie kan worden gebruikt om te voorkomen dat bediendelen onder normale condities het systeem uitschakelen.
  • Pagina 92 51 - Parameters (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 0 = Bij Bevestigd Overbrugde zones sturen een overbrugmelding aan het einde van het bevestigingstijdvenster (optie 51.55.1). 1 = Bij Sirene Timeout (standaard) Overbrugde zones sturen een overbrugmelding aan het einde van de sirenetijd (optie 51.01). 7.
  • Pagina 93 52 - Programmeer Zones Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Optie 52 - Programmeer Zones Zones worden in menu 52 geprogrammeerd. Elke zone heeft een reeks kenmerken, die in de volgende tabel staan: Kenmerken Beschrijving Functie Wijst zonetype toe Zone Omschr. SMS tekst - max 16 tekens, alfanumerieke omschrijving Zone Test Zone wordt max.
  • Pagina 94 52 - Programmeer Zones (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 1 = Functie U kunt met deze optie de functie van de zone selecteren. De zone kan worden toegewezen aan een andere functie voor elke ingeschakelde mode (volledig, deelbeveiligd en nachtstand) voor maximale flexibiliteit. De zone kan bijvoorbeeld worden geprogrammeerd met de functie ‘Inbraak’...
  • Pagina 95 52 - Programmeer Zones (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 2 = Zone Omschrijving U kunt aan elke zone een alfanumerieke beschrijving van maximaal 16 tekens toewijzen (zie Tabel 16, Zoneteksttekens). De beschrijving wordt gemaakt met de tekenset in deze tabel. Wanneer u het kenmerk Omschrijving selecteert, wordt de huidig toegewezen omschrijving (die standaard blanco is) op de bovenste regel weergegeven.
  • Pagina 96 52 - Programmeer Zones (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 7. Bevestig Module Deze optie bepaalt hoe de centrale de primaire verantwoordelijkheid voor het bevestigen van RF-berichten toewijst aan RF-modules (in het algemeen gaat het hierbij om RF-apparaten met een vaste locatie). 0 = Automatisch Dit is de standaardinstelling.
  • Pagina 97 52 - Programmeer Zones (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 08 Puls Aan Deze zonefunctie wordt gebruikt om de inschakelingsroutine te beëindigen. Het systeem wordt ingeschakeld wanneer de Puls-aan-zone, meestal een drukknop, wordt geactiveerd. De E/E Signalering stopt onmiddellijk wanneer de knop wordt ingedrukt. Het systeem wordt na vijf seconden ingeschakeld zodat de deuren zich kunnen sluiten.
  • Pagina 98 52 - Programmeer Zones (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 19 Brand De functie Brand werkt constant. Wanneer deze functie is geactiveerd, krijgt een Brand-zone voorrang op de parameter Sirene Vertraging en wordt onmiddellijk een alarm geactiveerd (Sirene, Flitser en Brand). De bediendeelbuzzer en de luidsprekeruitgang van de centrale, indien aangesloten, laten een onderbroken toon horen (één seconde aan, 0,5 seconde uit), dat gemakkelijk van de andere alarmen kan worden onderscheiden.
  • Pagina 99 53 - Programmeer Uitgangen Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Optie 53 - Programmeer Uitgangen Met deze optie kan de werking van alle systeemuitgangen worden geprogrammeerd. De uitgangen genummerd 0001 tot en met 0008 zijn de uitgangen van de triggerheader. De uitgangen genummerd 1001 tot en met 1004 zijn de standaarduitgangen op de hoofdprintplaat.
  • Pagina 100 53 - Programmeer Uitgangen (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 04=Inbraak (Vasthoudend) De uitgang Inbraak wordt geactiveerd bij een volledig alarm wanneer het systeem is ingeschakeld. 05=Sabotage (Vasthoudend) De uitgang Sabotage wordt geactiveerd wanneer een circuitsabotage of dekselsabotage optreedt. De uitgang is niet afhankelijk van herinschakeling;...
  • Pagina 101 53 - Programmeer Uitgangen (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 20=Bevestigd (Vasthoudend) De uitgang Bevestigd wordt geactiveerd wanneer er activeringen in twee aparte zones zijn: de tweede activering moet plaatsvinden binnen het bevestigingstijdvenster. De zones hoeven niet in hetzelfde blok te zijn. Bevestigd-uitgangen worden uitgeschakeld wanneer alle blokken met een alarm worden uitgeschakeld.
  • Pagina 102 53 - Programmeer Uitgangen (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 73=Niet Ingeschakeld De Niet Ingeschakeld-uitgang wordt geactiveerd als het systeem (of de toegewezen blokken) niet worden ingeschakeld binnen de tijd die is toegewezen in parameter 27=Niet Ingeschakeld Tijd Zie optie 51=PARAMETERS.
  • Pagina 103 56 - Communicatie Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Optie 56 - Communicatie De optie Communicatie wordt gebruikt om de systeemdoormelding van de Galaxy 2 Series te regelen en heeft vijf submenu’s, die als volgt zijn opgedeeld: 1 = Modem/Kiezer...
  • Pagina 104 56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 1 = Telecom, 5 = GSM 1 = Kanalen 1-8 1 = Functie 01 = Format 1 = DTMF 2 = Niet gebruikt 3 = Niet gebruikt 4 = Blokken 2 = Vaste meldingen 1 = Lage batterij 0 = Uit...
  • Pagina 105 56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 01 Format De kiezer heeft drie doormeldprotocollen: • DTMF • • Contact ID Nadat het protocol is geselecteerd, kunnen de alarm- en gebeurtenistriggers die de centrale naar de PAC’s stuurt worden geprogrammeerd. 1 = DTMF (Dual tone Multiple Frequency) DTMF is het snelste protocol.
  • Pagina 106 56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 4 = Blokken OPMERKING: Het kenmerk Blokken is alleen beschikbaar als blokken in het systeem zijn ingeschakeld (raadpleeg Optie 63.1 =BLOKKEN) en is tevens afhankelijk van de geprogrammeerde uitgangsfunctie voor het kanaal. Met het kenmerk Blokken kan het kanaal worden toegewezen aan de blokken in het systeem.
  • Pagina 107 Het Contact ID protocol is een protocol dat via punten identificatiegegevens doormeldt naar een PAC (Particuliere Alarm Centrale) die de Contact ID-variant van de Galaxy 2 Series kan ontvangen. De menustructuur en programmering van de opties zijn identiek aan die van het SIA-protocol. Raadpleeg...
  • Pagina 108 56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 02 Telefoon Nummer 1 Telefoonnummer 1 moet worden ingevoerd. Dit is het hoofdtelefoonnummer waarnaar alarmen worden gesignaleerd. U kunt tot 20 cijfers invoeren, waaronder kiesvertraging/wacht op kiestoon. Deze laatste worden ingevoerd via de toetsen en #: Kiesvertraging (twee seconden voordat het volgende nummer wordt gekozen).
  • Pagina 109 Tabel 29. Bediening van de centrale Indien ingesteld op de Antwoord Apparaat-mode (15), beantwoordt de Galaxy 2 Series alleen de lijn als de download-pc inbelt. Na één keer overgaan wordt opgehangen, waarna binnen 30 seconden opnieuw wordt...
  • Pagina 110 56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 10 = Lijn Fout Deze optie heeft twee instellingen: 0 = Uit Indien ingesteld op Uit is er geen intern alarm of indicatie in geval van een telefoonlijnfout. 1 = Aan Indien deze optie is ingesteld op Aan, wordt in geval van een lijnfout een foutmelding veroorzaakt.
  • Pagina 111 De gebruiker moet remote service autoriseren via menu 47. De centrale beantwoordt geen inkomende oproep zonder autorisatie. 3 = Terugbel Nummer De software voor remote service vraagt de Galaxy 2 Series om het geprogrammeerde telefoonnummer terug te bellen. 4 = Downloader ID Met deze optie geeft u een achtcijferig id-nummer op voor centrales die communiceren via de software voor remote service.
  • Pagina 112 56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 1 = Mobiele Nummers 1 = Telefoon Nummer 1 Hiermee selecteert u de eerste mobiele gebruiker 1 = Mobiele Nummer Dit is het 20-cijferige mobiele telefoonnummer van de ontvanger van het bericht. 2 = Melding Type Raadpleeg Tabel 27.
  • Pagina 113 56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 5 = UCP Opties Met deze optie specificeert u de codering van de UCP SMS-bediening van de centrale en de antwoorden van het SMS-berichtencentrum. 1 = Bel Ingang Met deze optie stelt u een deel van het SMS-bedieningsbericht van de centrale naar het SMS- berichtencentrum in op 01 (standaard).
  • Pagina 114 56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 4 = Ethernet (vanaf V1.4) 4 = ethernet 1 = IP-adres 01= module- 2 = site naam configuratie 3 = gateway-IP 4 = subnet mask 02 = alarm- 1 = format 1 = SIA (0-3) 1 = triggers rapportage...
  • Pagina 115 56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie De Galaxy-centrale kan met de Ethernet-module communiceren via Ethernet LAN- en WAN-netwerken met gebruikmaking van UDP- en TCP-Ethernet-protocollen. De Ethernet-module ondersteunt alarmsignalering en remote service. Extra communicatiefuncties in de Ethernet-module zijn encryptie en supervisie tussen de Ethernet-module en de toepassingen die de alarmen ontvangen.
  • Pagina 116 56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Wanner u het SIA-protocol selecteert, vraagt het bediendeel u het vereiste SIA-niveau in te voeren. Er zijn 4 SIA-niveaus beschikbaar: • 0 - basisgebeurtenisgegevens met een 4-cijferig accountnummer. • 1 - als niveau 0 plus 6-cijferige accounts. •...
  • Pagina 117 56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 1 = IP Adres Geef het IP-adres van de secundaire ontvanger op. Het adres heeft de notatie XXX.XXX.XXX.XXX. De punt wordt automatisch toegevoegd na iedere reeks van drie cijfers. U kunt handmatig een punt toevoegen door op de toets * te drukken.
  • Pagina 118 Als deze optie is ingesteld wordt het TCP protocol gebruikt. 03 = Remote Service Toegang De Ethernet-module ondersteunt remote service voor de Galaxy 2 Series-centrale. De programmeeropties in deze sectie bepalen wanneer remote toegang kan worden toegestaan en of toegang wordt geïnitieerd vanuit de centrale dan wel de remote service-software.
  • Pagina 119 56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 2 = Toegang Mode Met deze optie bepaalt u welke autorisatie is vereist voor een verbinding voor remote service. Er zijn twee opties: 1 = Direct Toegang Hiermee is toegang altijd toegestaan. Het remote centrum kan rechtstreeks inbellen bij de centrale en toegang krijgen.
  • Pagina 120 56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 07 = Lijn Fout Met de lijnfout optie kan worden ingesteld welke Ethernet verbindingen moeten worden gecontroleerd. Zowel de beschikbaarheid van het netwerk als het geprogrammeerde transmissiepad tussen de Ethernet module en de ontvanger applicatie kunnen worden gecontroleerd.
  • Pagina 121 56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 09 = Encryptie De Ethernet-module ondersteunt een geavanceerd 128-bits coderingsniveau voor alle communicatieopties. Met deze optie kan de encryptie worden in- of uitgeschakeld voor elk van de communicatieopties. 1 = Alarm rapportage In deze optie wordt bepaald of encryptie wordt toegepast op de primaire en secundaire signaalpaden.
  • Pagina 122 56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 6 = HW Prioriteit Deze optie heeft drie subopties: 1 = Modem/Kiezer (standaard = 1) 4 = Ethernet (standaard = 0) 5 = GSM (standaard = 0) Wanneer u een van deze subopties selecteert, kan de installateur een prioriteitsniveau van 0 t/m 2 selecteren voor dat specifieke apparaat.
  • Pagina 123 56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 05 = Communicatie Voorwaarde Met deze parameter bepaalt u onder welke ingeschakelde omstandigheden de centrale communiceert na Alarm, Herstel, Bevestigd Alarm, Sabotage en In/Uitschakeling. Er zijn vier opties: 0. Volledig 1.
  • Pagina 124 56 - Communicatie (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 11 = Remote Datum Met deze parameter kan de centrale worden geprogrammeerd om automatisch een remote serviceoproep te starten op een tevoren bepaalde datum en tijd. Er wordt gebeld op de relevante communicatiemodule volgens de prioriteit van 56.6 Communicatie.HardWare Prioriteit.
  • Pagina 125 57 - Systeem Print Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 2 = PAC Telefoon Nummers Met deze optie selecteert u welke ontvangernummers met de inluisterfunctie kunnen werken. 1 = Telefoon Nummer 1 2 = Telefoon Nummer 2 3 = Inbellen Met deze optie kan een gebruiker inbellen en een code invoeren om de 2-weg communicatie te bedienen.
  • Pagina 126 58 - Bediendeel Blok (vanaf V1.4) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Optie 58 - Bediendeel Blok Via bediendeelblokken kunt u bediendelen toewijzen/programmeren aan een blok. Bediendelen kunnen zo reageren op gebeurtenissen bij de toegewezen blokken. De blokprogrammering is van invloed op het bediendeeldisplay, de buzzer en de gebruikerstoegang. Voor de gebruikersbeperking geldt dat toegang wordt verstrekt aan de blokken die zijn toegewezen aan zowel het bediendeel als de gebruiker.
  • Pagina 127 2 = RIO Dit geeft het moduletype, adres en communicatieniveau tussen de centrale van de Galaxy 2 Series en de RIO’s. 3 = RF Dit geeft het moduletype, adres en communicatieniveau tussen de centrale van de Galaxy 2 Series en de RF-ontvangers.
  • Pagina 128 Ethernet Tabel 31. Module Diagnose Informatie De Galaxy 2 Series onderzoekt elke module 32 keer per seconde en rapporteert succesvolle communicatie tijdens deze periode in de vorm van een percentage. Dit wordt berekend in de verhouding van succesvolle onderzoeksreacties die van elke module worden ontvangen. Typische waarden zijn: •...
  • Pagina 129 63 - Opties Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Optie 63 - Opties Met deze menuoptie kan de Galaxy 2 Series worden opgesplitst in blokken. Ook kunnen hiermee de MAX proximity-kaartlezers worden geïntegreerd in het systeem. : Opties 1 = Blokken...
  • Pagina 130 63 - Opties (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 2 = Gemeenschappelijk Blok Blok 4 is bedoeld als een blok dat een gemeenschappelijke toegangsruimte (zoals een foyer) dekt. Dit blok wordt automatisch in- en uitgeschakeld, afhankelijk van de status van de andere, aparte ruimten. Wanneer alle aparte ruimten zijn ingeschakeld, wordt het gemeenschappelijke blok tegelijk met het laatste blok ingeschakeld.
  • Pagina 131 63 - Opties (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 2 = MAX (vanaf V1.4) Deze optie wordt gebruikt om de Galaxy MAX -kaartlezers te programmeren. De MAX kan volledig in het systeem worden geïntegreerd, waarbij de communicatie plaatsvindt via de AB-lijnen en optimaal gebruikgemaakt wordt van de Galaxy-centrale.
  • Pagina 132 63 - Opties (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie 1 = Omschrijving Deze optie wordt gebruikt om een naam van maximaal 12 tekens toe te wijzen aan de MAX-module (zie Tabel 16, Teksttekens). De beschrijving wordt gemaakt met de tekenset in deze tabel. Wanneer u het kenmerk Omschrijving selecteert, wordt de huidig toegewezen omschrijving (die standaard blanco is) op de bovenste regel weergegeven.
  • Pagina 133 Tips en trucs voor RF Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 8: RF HINTS EN TIPS RF installeren Het systeem werkt met de 5800-ontvangers op ECP en/of de RF-portal op RS485. Er kunnen maximaal twee RF-ontvangers in het systeem worden aangesloten (twee op de ECP-bus, twee op de RS485-bus of één op elke bus) om maximaal 44 zones te ondersteunen.
  • Pagina 134 Het systeem in werking stellen Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 9: HET SYSTEEM IN WERKING STELLEN Laatste systeemtest Voordat het systeem aan de gebruiker wordt overgelaten, of na onderhoud, moet u de volgende controles uitvoeren. 1. Looptest op alle zones met menu 31. 2.
  • Pagina 135 Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 10: REMOTE SERVICE De service aan de centrale van de Galaxy 2 Series kan remote en/of lokaal worden uitgevoerd via een pc (personal computer). Dit is mogelijk wanneer de Access Lite Downloader-software op de pc is geïnstalleerd.
  • Pagina 136 Galaxy 2 Series en de com-poort van de pc. Het bestand met de huidige software-upgrade voor de Galaxy 2 Series wordt volgens de eisen van Honeywell Security apart geleverd.
  • Pagina 137 Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 12: PRINTER AANSLUITEN De systeemgegevens van de Galaxy 2 Series kunnen rechtstreeks naar een seriële printer worden afgedrukt. U hebt hiervoor een printerkabel nodig (artikelnummer A225), die u moet aansluiten tussen de programmeerheader op de printplaat van de Galaxy 2 Series en de printer.
  • Pagina 138 Sirene/flitsercombinatie Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 13: SIRENE/FLITSERCOMBINATIE AANSLUITEN De connectors van de verschillende sirene/flitsercombinaties worden hieronder weergegeven: Lyntech Ltd. - 120 LED/120 lexon 2 Series-connector BELL + 12V Sirene/flitser HOLD + HOLD - TAMP. R STRB connector Elmdene Rapier 3000, 4000, 5000, 6000;...
  • Pagina 139 Lijst van het gebeurtenislogboek Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 14: LIJST VAN HET GEBEURTENISLOGBOEK GEBEURTENIS BESCHRIJVING + AC 230VAC zone activatie - AC 230VAC zone herstel + AC> 230VAC zone activatie doormelding - AC> 230VAC zone herstel doormelding +AFWIJK Afwijking van ingangsroute herstel + ASSIST...
  • Pagina 140 Lijst van het gebeurtenislogboek (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie GEBEURTENIS BESCHRIJVING + INBR> Inbraak zone activatie doormelding - INBR> Inbraak zone herstel doormelding + INBRAAK Inbraak zone activatie - INBRAAK Inbraak zone herstel INGESCH Systeem ingeschakeld + INSTALL Installateurmode geopend - INSTALL Installateurmode afgesloten...
  • Pagina 141 Lijst van het gebeurtenislogboek (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie GEBEURTENIS BESCHRIJVING RESET Systeem reset + RF BATT Lage batterij RF melder - RF BATT Lage batterij RF melder herstel + RF BAT> Lage batterij RF melder doormelding + RF CHOD RF controle onderdrukking - RF CHOD RF controle onderdrukking herstel...
  • Pagina 142 Specificaties Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 15: SPECIFICATIES Specificaties van het paneel 2-44+ 2-20 Fysiek Breedte: 300 mm Breedte: 300 mm Plastic behuizing, 3 mm polycarbonaat Hoogte: 250 mm Hoogte: 250 mm (met netvoedingstransformator en printplaat Diepte: 100 mm Diepte: 100 mm geïnstalleerd) Gewicht: 1,7 kg...
  • Pagina 143 Specificaties (vervolg) Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie RANDAPPARAAT RUSTSTROOM MAXIMUM (mA) ALARMSTROOM (mA) Mk 7-bediendeel Mk 7 Keyprox Power RIO/voedingseenheid RF Portal 6160-bediendeel 6160-keyprox 6160 RF Keypad 5800 RF-ontvanger ECP-uitbreiding GSM-module Ethernet MAX-lezer Tabel 33. Stroomverbruik van randapparaten...
  • Pagina 144 Goedkeuringen Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie HOOFDSTUK 16: CONFORMITEIT EN GOEDKEURINGEN De Galaxy 2 Series is compatibel met belangrijke delen van de volgende normen: • 99/05/EC Richtlijn R&TTE • EN50130-5:1998 Alarmsystemen. Milieutestmethoden Als voorwaarde voor goedkeuring van het product geldt dat de installatie aan de volgende eisen voldoet:...
  • Pagina 145 BEPERKTE GARANTIE VAN HONEYWELL SECURITY Honeywell Security, en haar divisies, dochterondernemingen en afdelingen (“verkoper”), met adres 165 Eileen Way, Syosset, New York, 11791, Verenigde Staten, garandeert dat haar producten conform de eigen plannen en specificaties zijn, en vrij zijn van defecten voor wat betreft materiaal en constructie onder normaal gebruik en service gedurende 24 maanden van het datumstempel op het product.
  • Pagina 146 Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie...
  • Pagina 147 Communicatietriggers Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Bijlage A: Contact ID meldingen Menu Trigger naam Uitleg CID Code SIA Code Paniek Paniek stil - sneltoets HA, HR Paniek luid - sneltoets PA, PR Overval code HA, HR Inbraak Inbraakzone *BA, BR Inbraakzone met hoge prioriteit BF, BR Inbraakzone met lage prioriteit...
  • Pagina 148 Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie Honeywell Security Nederland Netwerk 121 1446 WV Purmerend Nederland TEL: +31 (0) 299 410 200 FAX: +31 (0)299 410 201 Web: http://www.security.honeywell.com/nl/ II6-0032 Rev 2.0 © Copyright Honeywell Security...