51 - Parameters (vervolg)
51 = RF Jam Vertraging
Met deze optie kan de RF RIO een RF-storingssignaal afgeven aan de Galaxy-centrale als gedurende
30 seconden interferentie wordt gedetecteerd. Als de interferentie één minuut lang voortdurend optreedt
(standaard), wordt het signaal doorgemeld naar de meldkamer. Het programmeerbare bereik is 0-30 minuten.
52 = RF Stop Inschakelen
Als deze optie is ingeschakeld, wordt de centrale niet ingeschakeld als alle apparaten onder supervisie,
voorafgaand aan de inschakeling, geen signaal hebben afgegeven aan de ontvanger tijdens de ingeschakelde
stopperiode. De duur is instelbaar tussen 0 - 250 minuten. De standaardwaarde is 20 minuten.
53 = RF Stop Mode
Met deze optie bepaalt u of en hoe een RF-fout ertoe leidt dat de centrale niet wordt ingeschakeld. Er zijn drie opties:
0 = Uitgeschakeld: de centrale wordt gewoon ingeschakeld.
1 = Waarschuwing: bij een fout krijgt de gebruiker een waarschuwing, maar de centrale kan wel worden
ingeschakeld.
2 = Auto Test: bij een fout kan het systeem niet worden ingeschakeld totdat een of meer zones zijn geactiveerd.
54 = Bediendeel Toegang
Gebruik deze optie om het systeem via het bediendeel uit te schakelen. Er zijn twee opties:
1 = Altijd
2 = Behalve Inloop: behalve tijdens de ingangstijd. Dit zorgt ervoor dat gebruikers het systeem uitschakelen
via een key fob of tag (draagbaar apparaat).
55 = Bevestiging
Met deze optie stelt u in hoe bevestigde alarmen worden gegenereerd. Hiermee bepaalt u de werking van
bevestigingsuitgangen plus de doormelding van bevestigde alarmen. Er zijn drie opties:
1 = Werking: met deze optie stelt u in wanneer bevestigde alarmen kunnen worden getriggerd. Een
ingangstime-outalarm maakt nooit deel uit van een bevestigd alarm. Er zijn drie opties:
1 = Voor Inloop. Bevestigde alarmen kunnen alleen worden getriggerd voor de start van de ingangstijd.
2 = Behalve Inloop (UK). Bevestigde alarmen kunnen op elk moment worden getriggerd, behalve
gedurende de ingangsvertragingstijd.
3 = Altijd Toegang (EU). Bevestigde alarmen kunnen op elk moment worden getriggerd.
2 = Inloop Timeout: met deze optie geeft u aan of uitgangszones een bevestigd alarm kan veroorzaken na een
ingangstime-out.
0 = Uitgeschakeld. Uitgangszones kunnen alleen onbevestigde inbraakalarmen veroorzaken. Zij maken
geen deel uit van de twee activeringen die nodig zijn voor een bevestigd alarm.
1 = Ingeschakeld. Na het verstrijken van de ingangstijd, zal de activering van een uitgangszone hetzelfde
effect hebben als een inbraakzone.
3 = Reduceer Nivo : met deze optie mag een gebruiker het systeem resetten na een onbevestigd alarm.
0 = Uit. Een volledige systeemreset is nodig om een inbraakalarm te resetten.
1 = Bij Onbevestigd . Het systeem kan worden gereset door een gebruiker, als het alarm niet bevestigd is.
Als het alarm is aangeduid als Bevestigd, is een volledige systeemreset noodzakelijk.
56 = Geforceerd Herstel
Met deze optie bepaalt u wanneer inbraakherstelmeldingen naar de meldkamer worden verzonden.
1 = Uitschakelen/Onbevestigd: inbraakherstelmeldingen worden verstuurd bij het uitschakelen of aan het
eind van de bevestigingstijd als het alarm niet is bevestigd.
2 = Systeem Reset: inbraakherstelmeldingen worden verstuurd als het systeem volledig is gereset.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding
6-66