Galaxy Dimension - Installatiehandleiding
42 - Wijzig Codes (vervolg)
10 = APB Forgive
Als u deze functie selecteert, worden alle anti-passbackbeperkingen voor de geselecteerde gebruiker gewist.
11 = Sjabloon
Aan elke gebruiker in het systeem moet een toegangsjabloon worden toegewezen. Aan meerdere gebruikers
kan dezelfde sjabloon worden toegewezen. Een toegangsjabloon is een lijst met blokken en weekschema's
voor het beheer van kaarttoegang via deuren. Als er meerdere deuren zijn die toegang geven tot een bepaald
blok of gebied, krijgt een gebruiker dus in één keer toegang tot al die deuren. Zo wordt de programmeertijd
verkort en de complexiteit verminderd. De sjablonen worden gemaakt in optie 45.7 en zijn gebaseerd op de
weekschema's die in optie 65.1 zijn gemaakt.
42.2 = PIN Waarschuwing
Met deze optie bepaalt u hoeveel dagen voor de vervaldatum van de pincodewijziging de gebruiker een
melding ontvangt (zie optie 51.42 = PARAMETERS.Wijzig PIN) waarin deze wordt gevraagd een nieuwe
code toe te wijzen wanneer de bijna verlopen code wordt ingevoerd. De standaardperiode is 28 dagen maar
u kunt een willekeurig aantal dagen instellen tussen 1 en 28. Als de gebruiker geen nieuwe pincode heeft
ingevoerd aan het einde van de pincodewaarschuwingsperiode, wordt de pincode de volgende keer dat het
systeem wordt uitgeschakeld, gewist.
OPMERKING: De pincodewaarschuwingsperiode eindigt op de laatste dag van de maand.
De pincode vervalt op de eerste dag van de volgende maand.
42.3 = Kaartgebruikers
Met deze optie bepaalt u de kaarten voor verschillende gebruikers op het systeem. Er zijn zeven opties:
1 = Batch toevoegen
Met deze optie start u de inleermethode en wordt de gebruiker/tag voor elke presentatie weergegeven. Bij een
batchtoevoeging (tags automatisch aan gebruikers toewijzen) wordt het gebruikersnummer op de centrale
opgehoogd, te beginnen bij Begin Batch. Dit wordt gedaan voor elke nieuwe tag die voor de DCM wordt
gehouden die is toegewezen in Batch Lezer.
2 = Batch testen
Met deze optie controleert u het tagnummer dat is opgeslagen in de centrale voor de huidige tag die voor de
Batch Lezer wordt gehouden. Hiermee kunt u ook direct naar de details voor de gebruikersprogrammering
gaan die aan de gepresenteerde tag zijn toegewezen.
3 = Batch verwijderen
Met deze optie verwijdert u kaartnummers uit de programmering. Vóór het verwijderen wordt een
waarschuwing weergegeven.
4 = Begin Batch
Met deze optie bepaalt u met welk gebruikersnummer de inleermode start.
5 = Einde Batch
Met deze optie bepaalt u met welk gebruikersnummer de inleermode eindigt.
6 = Batch Lezer
Met deze optie bepaalt u de DCM-lezer die voor de inleermode wordt gebruikt. Druk op * om de
standaardsysteemwaarde van de lezer te herstellen.
7 = Sjabloongebruiker
Met deze optie kiest u als sjabloon een gebruiker van wie bij het gebruik van de functie 1 = Batch toevoegen
de toegangbeheerkenmerken en niet-unieke kenmerken worden toegepast op andere gebruikers op het systeem.
6-37