Download Print deze pagina

Honeywell Galaxy Dimension GD- 48 Installatiehandleiding pagina 208

Advertenties

56 - Communicatie (vervolg)
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding
Met de Ethernet-module kan de Galaxy-centrale communiceren via Ethernet LAN's en WAN's, met gebruik
van zowel het UDP- als het TCP Ethernet-protocol. De Ethernet-module ondersteunt zowel alarmsignalering
als remote service. De Ethernet-modulecommunicatie is onder meer voorzien van datacodering en padtoezicht
tussen de Ethernet-module en de alarmontvangsttoepassingen.
56.4.01 Module Configuratie
Elke Ethernet-module is vooraf geprogrammeerd met een uniek MAC-adres, waarmee de module kan worden
herkend in het netwerk. De module kan echter pas communiceren met andere toepassingen als er een IP-adres
aan de module wordt toegewezen. De informatie die in deze sectie is geprogrammeerd is vereist voor andere
toepassingen in het netwerk om de Ethernet-module te kunnen herkennen.
1 = IP Adres
Dit is het IP-adres van de Ethernet-module. Dit moet een uniek, statisch IP-adres zijn. Het adres moet
de notatie XXX.XXX.XXX.XXX hebben. De punt wordt automatisch na elke reeks van drie cijfers
toegevoegd of kan handmatig worden toegevoegd. Dit doet u door op de *-toets te drukken.
Een voorbeeld van een geldig IP-adres is 192.0.1.152.
Dit adres krijgt u van uw IT-beheerder
2 = Site Naam
Deze optie wordt op dit moment niet gebruikt
3 = Gateway IP
Wanneer de Ethernet-module wordt gebruikt via een WAN, moet in dit veld het IP-adres worden ingevoerd
van de gatewayrouter die is aangesloten op het Ethernet LAN. De notatie van dit adres is identiek aan het
IP-adres van de Ethernet-module.
Deze informatie krijgt u van de IT-beheerder
4 = Subnet Mask
Het subnetmasker identificeert de klasse van het gebruikte netwerk. Dit veld maskeert de delen van het
gateway-IP-adres die algemeen zijn en niet vereist voor de specifieke identificatie van de Ethernet-module.
Deze informatie krijgt u van de IT-beheerder.
56.4.02 = Alarm Rapportage
Met deze optie wordt de selectie mogelijk van de alarmsignaleringsformat die wordt gebruikt om de
gebeurtenissen te verzenden. Deze optie regelt tevens de typen gebeurtenissen die worden verzonden en de
bestemming/identificatie voor elk afzonderlijke blok.
1 = Format
Dit is het signaleringsformat van de ontvanger, die een van de volgende twee formats kan hebben:
1 = SIA (0-4) Security Industries Association
De SIA-format kan worden geprogrammeerd voor de niveaus 0 tot 4 en biedt een protocol dat gedetailleerde
informatie, zoals beschrijvingen, verzendt naar een met SIA compatibele ontvanger of een pc waarop
geschikte ontvangstsoftware is geïnstalleerd.
Met de SIA-format kunnen de Galaxy-gebeurtenissen worden verzonden die zijn aangegeven in Bijlage D van
deze handleiding.
6-134

Advertenties

loading