65 - Klokken (vervolg)
De programmering van de functie Autoset verloopt in vijf stadia:
1. Autoset Status
0 = Uit (standaard)
1 = Aan
2 = Monitor - indien geselecteerd, wordt het in- en uitschakelen van het blok gecontroleerd:
•
als het systeem niet handmatig wordt ingeschakeld vóór de Aan-tijd, wordt de uitgang LAAT ING
geactiveerd;
•
als het systeem wordt uitgeschakeld vóór de Uit-tijd, wordt de uitgang VROEG UIT geactiveerd.
2. Vooralarm
1 = Periode
0 – 50 minuten (standaard 30 minuten):
2 = VA Signaal (dit kan AAN of UIT worden gezet)
Met deze optie bepaalt u de waarschuwingsperiode die aan gebruikers wordt toegekend voordat het systeem
automatisch wordt ingeschakeld. Uitgangen die zijn geprogrammeerd als VOORALARM worden geactiveerd
tijdens de waarschuwingstijd. Normaal gesproken zendt de uitgang een constante toon uit; als er echter geen
verlenging mogelijk is, wordt een pulstoon uitgezonden en wordt het vooralarm geactiveerd op de tijd voor de
automatische inschakeling. Aan het einde van de vooralarmperiode, wordt op het systeem de getimede
inschakelprocedure gestart.
OPMERKING: Wanneer u op enig moment tijdens het vooralarm op de esc-toets drukt, wordt het
aftellen voor het vooralarm teruggesteld op nul en begint het aftellen opnieuw. Als de
vooralarmperiode meer dan één blok bevat, kunt u elk blok bekijken door op * en > te
drukken of op * en <.
3. Verlengtijd
0 – 400 minuten (standaard 30 minuten):
Aan elk blok in het systeem kan een verlenging worden toegewezen van de tijd voor de automatische
inschakeling. Per blok kunnen verschillende waarden worden geprogrammeerd. Wanneer er een
gebruikerscode wordt ingevoerd tijdens het vooralarm, wordt de tijd voor de automatische inschakeling
vertraagd met de periode die aan de verlenging is toegewezen.
OPMERKING: Met de optie voor overwerk (zie optie 45 = KLOK AAN/UIT) keurt u een verlenging
goed vóór de periode van het vooralarm.
LAAT ING wordt weergegeven als het systeem niet wordt ingeschakeld na een vooralarmtijd plus
300 seconden (langst mogelijke uitgangvertraging)
Een verlenging kan niet meer worden verleend als de inschakelprocedure is begonnen.
4. Geforceerd
0 = Uit (standaard)
1 = Aan
De fabrieksinstelling is dat elke zone die bij aanvang van de inschakelprocedure open is - met uitzondering
van LAATSTE, VOLGZONE, IN/UITG. of PULS AAN, (of SEC/LTSTE of DL/IN-UIT wanneer ingesteld
als LAATSTE) - uitgezonderd wordt van de automatische inschakelroutine, of de zone nu overbrugbaar is of
niet. Als een van de hierboven vermelde zones open is en niet-overbrugbaar is, en de tijd die is
geprogrammeerd in de parameter Niet Ingesch komt te verlopen, worden niet alleen de Niet Ingesch-
uitgangen geactiveerd maar ook een volledig alarm.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding
6-172