Galaxy Dimension - Installatiehandleiding
67 = Niveau Formaat
Met deze parameter bepaalt u de indeling voor autorisatieniveaus voor gebruikerscodes.
1 = EN50131 Galaxy (standaard)
Maakt gebruik van de nieuwe EN Galaxy-gebruikerstypen 1.0 t/m 3.8.
2 = Galaxy
Maakt gebruik van de standaard Galaxy-niveaus 0-8.
68 = Lijnfout
Met deze parameter kunt u de periode programmeren waarna de Galaxy-centrale wordt gealarmeerd via een
communicatiemodule of een lijnfouttoestand wordt aangegeven en de gebruiker op de hoogte wordt gesteld
van de alarmtoestand. Deze waarde kunt u instellen van 0 tot 1800 seconden. De standaard is 50 seconden.
OPMERKING: Het kan op de communicatiemodule tot 40 seconden duren voordat een lijnfout wordt
vastgesteld. Deze periode moet nog worden opgeteld bij de geprogrammeerde tijd
van 0-1800 seconden.
Deze parameter beïnvloedt alle communicatiemodules op het systeem.
69 = Waarschuwing Indicaties
Via deze parameter kunt u de audiowaarschuwingen uitschakelen. De standaardinstelling is 1 = Alleen Audio.
0 = Geen Indicatie
1 = Alleen Audio
2 = Alleen Visueel (alleen als parameter 63 is ingeschakeld)
3 = Audio/Visueel (alleen als parameter 63 is ingeschakeld)
70 = Geschakeld DC Vertraging
Wanneer deze parameter is ingeschakeld, wordt de indicatie van open zones aan het begin van een
inschakeling vertraagd wanneer een Geschakeld DC-uitgang (53.08) actief is. Dit heeft betrekking op
bediendeeltekst en buzzers.
Als er geen uitgangen zijn geprogrammeerd als Geschakeld DC, is er geen vertraging aan het begin van de
inschakeling.
71 = 230VAC/Accu SIA Melding
Wanneer deze parameter is ingeschakeld, kan de centrale een SIA-gebeurtenis sturen wanneer de accu bijna
leeg is en de netspanning is uitgevallen. Nadat de gebeurtenis is verzonden, stopt de tijd van 230VAC
Vertraging die in parameter 51.20 is ingesteld onmiddellijk.
72 = Alarm Code
U definieert met deze optie het bereik van geldige oorzaakcodes, zoals met de meldkamer is overeengekomen.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, moet de gebruiker een oorzaakcode invoeren wanneer een systeemreset
is vereist.
U kunt deze parameter uitschakelen door de alarmoorzaakcode in te stellen op 000.
73 = Bewaking Uitschakeling
Als deze optie is ingesteld op 1 = Ingeschakeld mag een gebruiker met gebruikerscode 2.1 het systeem
uitschakelen na een alarm. De gebruikerscode wordt 3 minuten na het alarm type 2.4. Na 60 minuten wordt dit
echter teruggezet naar type 2.1. Met de gebruikerscode kunt u het systeem op elk gewenst moment
inschakelen, mits er geen uitstaande resets nodig zijn.
51 - Parameters (vervolg)
6-69