Functionele veiligheid
9
Service
Foutgeheugen
9.10.7
Vervangen van apparaten
314
Technische handleiding – MOVITRAC
De actuele eerste fout en alle verdere vervolgfouten worden remanent opgeslagen in
het foutgeheugen met het bijbehorende tijdstempel.
Naast de fouten worden in het foutgeheugen in de kolommen "hoofdfout" en "subfout"
aanvullende meldingen ingevoerd. Dit zijn meldingen die niet direct een foutreactie
van de CS..A-veiligheidskaart veroorzaken. In wezen zijn dit de melding "Power
On" (hoofdfout 66 en subfout 100) en de melding "Bevestigingsbericht" (hoofdfout 66
en subfout 101).
De positie van de fout wordt weergegeven in de kolom "Pos". De categorie van de fout
wordt met een symbool in de kolom "Info" weergegeven. In de kolom "Foutmelding"
worden het foutnummer, de hoofdfouttekst en de subfouttekst weergegeven. In de ko-
lom "Tijd" wordt de actuele waarde van de bedrijfsurenteller van de veiligheidskaart
weergegeven. De kolom "Interne fout" wordt gebruikt voor interne doeleinden. Het
foutgeheugen is georganiseerd als een ringgeheugen. Regel 0 van de lijst toont altijd
de laatste fout die is opgetreden. Als er meer dan 50 vermeldingen zijn, wordt de oud-
ste fout overschreven.
WAARSCHUWING
Als de geheugenmodule CMM11A met geïntegreerd sleutelgeheugen verkeerd is
geplaatst, wordt een verkeerde parametrering van de veiligheidsoptie geactiveerd.
Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel.
•
Zorg ervoor dat het voor de toepassing geschikte sleutelgeheugen in de juiste
systeempositie is geplaatst.
AANWIJZING
Een defecte veiligheidsoptie CSB/CSL moet binnen 100 uur buiten gebruik worden
gesteld.
®
advanced
9007221132546955