Functionele veiligheid
9
Inbedrijfstelling
Instellingen voor de veiligheidsoptie
Instellen van het veiligheidsprotocol
Instellen van het PROFIsafe-adrestype
Instellingen op de PROFIsafe-master
282
Technische handleiding – MOVITRAC
– Apparaatbeschrijvingsbestand van MOVITRAC
®
MOVI-C
CONTROLLER.
Downloaden van www.sew-eurodrive.com. Gebruik altijd het actuele apparaat-
beschrijvingsbestand.
Naast de parametrering van de veiligheidsdeelfunctie moeten bij de inbedrijfstelling
het betreffende beveiligingsprotocol en het PROFIsafe-adres worden ingesteld.
De veiligheidsopties CSB/CSL ondersteunen verschillende beveiligingsprotocollen.
Selecteer hiervoor de instelling "PROFIsafe" in de parametreringstool "Assist CS.."
onder [F-communicatie] > [Configuratie].
Het PROFIsafe-adres moet overeenkomen met het adres dat voor de slave in de
PROFIsafe-master is ingesteld. Onder het menupunt [F-communicatie] > [Configura-
tie] > [PROFIsafe] het juiste PROFIsafe-adres invoeren. De gebruikte PROFIsafe-
adressen moeten uniek zijn in het veldbusnetwerk.
De instellingen die op een PROFIsafe-master moeten worden uitgevoerd, worden hier
als voorbeeld op een S71500F in het TIA-portaal weergegeven.
®
advanced
®
advanced of de gebruikte
28300490891