Het veiligheidsconcept is alleen geschikt voor het uitvoeren van mechanische werk-
zaamheden aan aangedreven installatie-/machinecomponenten.
Bij uitschakeling van het STO-signaal blijft de netspanning op de tussenkring van
het apparaat staan.
•
AANWIJZING
Bij de veiligheidsuitschakeling van de 24 V DC-voeding op de STO-aansluiting volgt
de uitschakeling door de remaansturing. De remaansturing in het apparaat is niet op
de veiligheid gericht.
9.2.7
Veiligheidsconcept Assist CS..
Veiligheidsparameters
De veiligheidsopties CSB en CSL hebben instelbare veiligheidsparameters voor het
parametreren van de veiligheidsdeelfuncties.
De veiligheidsparameters bepalen het gedrag van de relevante veiligheidsdeelfuncties
en zijn veiligheidsrelevant. Alle veiligheidsparameters zijn samengevat in de parame-
terset.
Testconcept en testprocedure
De veiligheidsopties CSB en CSL worden geparametreerd met behulp van een engi-
neering-pc met de parametreringstool "Assist CS..". Omdat de pc en de parametre-
ringstool "Assist CS.." niet op de veiligheid gericht zijn en dus fouten kunnen bevatten,
voorziet het veiligheidsconcept in de volgende maatregelen:
•
•
•
•
9.3
Veiligheidstechnische voorwaarden
Voorwaarde voor het veilige bedrijf is dat de veiligheidsdeelfuncties van het apparaat
goed in een toepassingsspecifieke, bovenliggende veiligheidsdeelfunctie geïntegreerd
zijn. De installateur of machinebouwer moet in ieder geval een risicoanalyse voor de
installatie of machine uitvoeren, die bij toepassing van een aandrijfsysteem met het
apparaat in acht moet worden genomen.
De installateur of machinebouwer en de exploitant zijn er verantwoordelijk voor dat de
installatie of machine in overeenstemming is met de geldende veiligheidsbepalingen.
WAARSCHUWING
Voor werkzaamheden aan het elektrische deel van het aandrijfsysteem moet de
voedingsspanning via een geschikt, extern veiligheidsrelais worden uitgescha-
keld en beveiligd tegen onbedoelde herinschakeling.
Veiligheidsoptie identificeren.
Bij het tot stand brengen van een verbinding met de veiligheidsoptie moet het sleu-
telgeheugen-ID in een dialoogvenster worden ingevoerd.
Begeleide parametreerprocedure in de parametreringstool "Assist CS.." met geïn-
tegreerde veiligheidskenmerken zoals bijv. plausibiliteitscontrole van de invoer.
Afronding van de parametrering met daaropvolgende levering van een acceptatie-
rapport voor de acceptatie van de veiligheidsdeelfuncties.
Functionele veiligheid
Veiligheidstechnische voorwaarden
Technische handleiding – MOVITRAC
9
245
®
advanced