Functionele veiligheid
9
Inbedrijfstelling
Instellingen voor de veiligheidsoptie
Instellen van het veiligheidsprotocol
Instellen van de verbindings-ID
9.6.7
Bedrijfstoestanden
Bedrijfstoestand Bedrijf
Parametrering van de bedrijfstoestand
Bedrijfstoestand Veilige toestand na kritieke fout
284
Technische handleiding – MOVITRAC
Bij de inbedrijfstelling moet u naast de parametrering van de veiligheidsdeelfuncties
ook het bijbehorende veiligheidsprotocol en de verbindings-ID instellen.
De veiligheidsopties CSB/CSL ondersteunden verschillende beveiligingsprotocollen.
Selecteer hiervoor de instelling "ISOFAST
ratie].
De verbindings-ID van de ISOFAST
varianten in het ISOFAST
Met de parameter ISOFAST®-indeling (Index 8711.53) kunt u 2 verschillende
®
ISOFAST
-varianten gebruiken. De waardebereiken van de verbindings-ID's verande-
ren afhankelijk van de ISOFAST
•
Waardebereik voor ISOFAST
•
Waardebereik voor ISOFAST
De veiligheidsopties MOVISAFE
bedrijfstoestanden:
•
Bedrijf
•
Parameters instellen
•
Veilige toestand na een kritieke fout
In de bedrijfstoestand "Bedrijf" worden de geselecteerde veiligheidsdeelfuncties uitge-
voerd volgens de parametrering (zie hoofdstuk "Veiligheidsdeelfuncties"). De veilig-
heidsdeelfuncties worden geselecteerd via de veilige binaire ingangen of via de F-pro-
cesdata. De externe, veilige binaire uitgangen kunnen direct via de F-procesdata wor-
den aangestuurd als in de functietoekenning geen functie aan de veilige binaire uit-
gangen is toegewezen.
De veiligheidsopties MOVISAFE
rametrering" in veilige toestand en zijn parametreerbaar. Als tijdens de parametrering
een fout optreedt, bijvoorbeeld de schending van een plausibiliteitsregel, blijft
®
MOVISAFE
CSB/CSL in de bedrijfstoestand "Parametrering".
In de bedrijfstoestand "Veilige toestand" vindt geen F-proces datacommunicatie
plaats. Alle veilige binaire in- en uitgangen zijn uitgeschakeld. De bedrijfstoestand
"Veilige toestand" kan alleen worden opgeheven door het apparaat uit en weer in te
schakelen.
®
advanced
®
-slave" onder [F-communicatie] > [Configu-
®
-slaves moet ongeacht de gebruikte ISOFAST
®
-netwerk uniek zijn.
®
-variant:
®
-variant 1: 1 tot 2046
®
-variant 2: 1 tot 65534
®
CSB/CSL maken onderscheid tussen de volgende
®
CSB/CSL bevinden zich in de bedrijfstoestand "Pa-
®
-