De veiligheidsoptie CSL vereist voor de veilige communicatie met de profielvariant
"Technologie" in totaal 10 bytes aan ingangsdata en 9 bytes aan uitgangsdata voor
het PROFIsafe-telegramgedeelte en vult deze in het procesbeeld. Hiervan zijn 6 bytes
aan ingangsdata en 5 bytes aan uitgangsdata de echt veilige I/O-gegevens (F-gebrui-
kersgegevens).
De veiligheidsoptie CSL vereist voor de veilige communicatie met de profielvariant
"Systeem" in totaal 16 bytes aan ingangsdata en 9 bytes aan uitgangsdata voor het
PROFIsafe-telegramdeel en vult deze in het procesbeeld. Hiervan zijn 12 bytes aan
ingangsdata en 5 bytes aan uitgangsdata de echt veilige I/O-gegevens (F-gebruikers-
gegevens).
De overige 4 bytes zijn nodig voor de telegramback-up volgens de PROFIsafe-specifi-
catie.
PROFIsafe versie 2.6
De veiligheidsoptie CSB vereist voor veilige communicatie in totaal 9 bytes aan in-
gangsdata en 8 bytes aan uitgangsdata voor het PROFIsafe-telegramgedeelte en vult
deze in het procesbeeld. Hiervan zijn 4 bytes aan ingangsdata en 3 bytes aan uit-
gangsdata de echt veilige I/O-gegevens (F-gebruikersgegevens).
De veiligheidsoptie CSL vereist voor de veilige communicatie met de profielvariant
"Technologie" in totaal 11 bytes aan ingangsdata en 10 bytes aan uitgangsdata voor
het PROFIsafe-telegramgedeelte en vult deze in het procesbeeld. Hiervan zijn 6 bytes
aan ingangsdata en 5 bytes aan uitgangsdata de echt veilige I/O-gegevens (F-gebrui-
kersgegevens).
De veiligheidsoptie CSL vereist voor de veilige communicatie met de profielvariant
"Systeem" in totaal 17 bytes aan ingangsdata en 10 bytes aan uitgangsdata voor het
PROFIsafe-telegramdeel en vult deze in het procesbeeld. Hiervan zijn 12 bytes aan
ingangsdata en 5 bytes aan uitgangsdata de echt veilige I/O-gegevens (F-gebruikers-
gegevens).
De overige 5 bytes zijn nodig voor de telegramback-up volgens de PROFIsafe-specifi-
catie.
PROFIsafe adrestype 1
De eenduidigheid van het PROFIsafe-adres wordt alleen gegarandeerd door het doel-
adres.
•
•
PROFIsafe adrestype 2
De eenduidigheid van het PROFIsafe-adres kan worden gegarandeerd door het bron-
en bestemmingsadres te combineren.
•
•
•
Het doeladres moet uniek zijn in de veldbus en het besturingsnetwerk. Dit bete-
kent dat de doeladresgebieden van alle F-PLC's elkaar niet mogen overlappen.
De doel- en bronadressen zijn opgenomen in de CRC-waarde van het veiligheids-
programma van de F-PLC.
Het doeladres moet uniek zijn in het besturingsnetwerk en verschillen van alle
doeladressen van PROFIsafe-adrestype 1 in hetzelfde netwerk.
Het bronadres dat wordt gebruikt voor de F-periferie van een F-PLC, moet uniek
zijn binnen het netwerk.
De doel- en bronadressen zijn opgenomen in de CRC-waarde van het veiligheids-
programma van de F-PLC.
Functionele veiligheid
Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing
Technische handleiding – MOVITRAC
9
289
®
advanced