AANWIJZING
Als de veilige binaire uitgang via de functietoekenning aan een veiligheidsdeelfunctie
is toegewezen, wordt deze veiligheidsdeelfunctie bij een systeemfout geselecteerd.
Kritische fout
Bij een kritieke fout wordt de veiligheidsoptie in de veilige toestand gezet. Alle veilige
binaire in- en uitgangen worden in de veilige toestand geschakeld. Bovendien wordt
de veiligheidsdeelfunctie STO zonder deceleratie uitgevoerd. De sensorvoeding voor
de veilige binaire ingangen wordt ook in de spanningsloze toestand geschakeld. Een
actieve veilige communicatie wordt beëindigd.
Bovendien wordt de betreffende foutcode voor de opgetreden kritieke fout verzonden.
Foutmeldingen
Als er een fout aanwezig is in de veiligheidsoptie, geeft de regelaar aan dat de veilig-
heidsoptie een fout meldt.
U kunt maatregelen voor het oplossen van een fout en meer informatie over de oor-
zaak ervan vinden in de foutstatus van de veiligheidsoptie.
Aanloopgedrag van de veiligheidsoptie
De veiligheidsoptie start automatisch opnieuw na een fout na het inschakelen van
de voedingsspanning, na het beëindigen van de stand-bymodus of na het bevesti-
gen van enkele regelaarfouten.
Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel.
•
In het gedeelte "Basisinstellingen" van de parametreringstool "Assist CS.." kunt u de
parameter Foutstatus na opstarten het opstartgedrag van de veiligheidsoptie bepalen.
De volgende parameterinstellingen zijn mogelijk.
•
•
Zolang de startblokkering is geactiveerd, is de veiligheidsdeelfunctie STO geactiveerd.
Uitgangen die zijn geconfigureerd voor de functies STO of SBC worden geactiveerd
volgens de veiligheidsdeelfunctie. Als de uitgangen zijn geconfigureerd op "F-PA-ge-
gevens", blijven ze aangestuurd worden door de bovenliggende veiligheidsbesturing.
De uitgangen worden niet in de veilige toestand gezet
De startblokkering wordt gedeactiveerd als aan een van de volgende voorwaarden is
voldaan:
•
•
GEVAAR
De parameter Foutstatus na opstarten moet worden ingesteld op "opstartblokke-
ring". Dit voorkomt dat de veiligheidsoptie automatisch herstart in de genoemde
gevallen.
Parameterinstelling "opstartblokkering"
De veiligheidsoptie begint altijd met een opstartblokkering nadat de voedingsspan-
ning is ingeschakeld. Deze parametrering is bedoeld voor zelfstandig bedrijf.
Parameterinstelling "Geen opstartblokkering"
De beveiligingskaart start onmiddellijk. Merk op dat fouten worden bevestigd door
de voedingsspanning uit en weer in te schakelen of door de stand-bymodus te ver-
laten. Dit betekent dat een openstaande fout, aanwezig voordat de voedingsspan-
ning wordt uitgeschakeld of in de stand-bymodus, wordt bevestigd en de veilig-
heidsoptie opstart. Deze parametreervariant is bedoeld voor veldbusbedrijf, waar-
bij de bovenliggende besturing de vergrendeling eventueel moet overnemen in ge-
val van een fout.
Fouten zijn bevestigd
Dempen is geactiveerd
Functionele veiligheid
Technische handleiding – MOVITRAC
9
Service
309
®
advanced