ACK_NEC
Na het verhelpen van een fout wordt de veiligheidsoptie opnieuw geactiveerd, afhan-
kelijk van de instellingen van de variabele ACK_NEC.
•
•
Niet-toegestane parametrering van de variabele ACK_NEC = 0.
Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel
•
•
ACK_REI
Om de veiligheidsoptie opnieuw te integreren moet er, nadat de fout verholpen is, een
gebruikersbevestiging met een positieve flank aan de variabele ACK_REI volgen. Een
bevestiging is pas dan mogelijk als de variabele ACK_REQ = 1 is.
ACK_REQ
Het F-besturingssysteem stelt ACK_REQ = 1 in, zodra alle fouten in de data-uitwisse-
ling met de veiligheidsoptie zijn verholpen. Na een succesvolle bevestiging wordt
ACK_REQ door het F-besturingssysteem op 0 gezet.
PASS_OUT
De variabele PASS_OUT geeft aan of er een passivering van de veiligheidsoptie is. Er
worden vervangingswaarden uitgegeven.
QBAD
Fout bij de data-uitwisseling met de veiligheidsoptie. Geeft aan dat er een passivering
is. Er worden vervangingswaarden uitgegeven.
DIAG
Via de variabele DIAG wordt niet-gewaarborgde informatie over opgetreden fouten in
het F-besturingssysteem voor servicedoeleinden ter beschikking gesteld. Meer infor-
matie vindt u in het betreffende handboek van het F-besturingssysteem.
Bevestiging van gegevensuitwisseling PROFIsafe
Voor een veilige gegevensuitwisseling van de veiligheidsoptie via PROFIsafe moet de
PROFIsafe-communicatie foutloos zijn. Zodra een bevestigingsverzoek van de veilig-
heidsoptie via de bit ACK_REQ in afwachting is van het F-periferie-DB, moet de ge-
bruiker dit bevestigen met een stijgende flank op de bit ACK_REI.
9.8.3
Veilige communicatie via FSoE
Voor de veiligheidsoptie is een veiligheidsmodule met een gebruiksdatalengte van
48 bits vereist voor veilige communicatie via FSoE. Bovendien worden 48 bits voor
CRC-bescherming en 24 besturingsbits toegevoegd.
Veilige communicatie opnemen
Elke veiligheidsoptie moet door de gebruiker in het veiligheidsprogramma worden
aangemaakt. Om de werking van de veiligheidsfunctie vast te stellen, zijn reeds gede-
finieerde variabelen beschikbaar, die verschillend kunnen worden aangeroepen van
FSoE-master tot FSoE-master.
ACK_NEC = 0: Er volgt een automatische activering.
ACK_NEC = 1: Er volgt een activering door de bevestiging van een gebruiker.
WAARSCHUWING
De parametrering van de variabele ACK_NEC = 0 is alleen dan toegestaan als
een automatische activering voor het betreffende proces veiligheidstechnisch is
goedgekeurd.
Controleer of voor het betreffende proces een automatische activering is goedge-
keurd.
Functionele veiligheid
Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing
Technische handleiding – MOVITRAC
9
291
®
advanced