•
•
•
•
•
•
•
•
9.3.3
Eisen aan de externe veiligheidsbesturing
Als alternatief voor een veiligheidsbesturing kan ook een veiligheidsrelais worden ge-
bruikt. De volgende vereisten gelden als zinvol.
•
Performance Level d conform ISO
13849-1, SIL 2 conform IEC 62061
•
•
•
De STO-schakeling herkent geen kortsluiting en externe spanning in de aanvoer-
kabel, dus moet u voor het volgende zorgen:
– geen spanningsoverdracht naar de STO-stuurstroomleidingen
– de externe veiligheidsbesturing detecteert een kortsluiting van een externe po-
tentiaal naar de STO-stuurstroomleidingen
Bij het configuratie van de veiligheidscircuits moeten de voor de veiligheidscompo-
nenten gespecificeerde waarden strikt worden aangehouden.
Het STO-signaal (F_STO_P en F_STO_M) mag niet voor retourmeldingen worden
gebruikt.
Voor de veiligheidsbesturing/het veiligheidsrelais mogen alleen geaarde span-
ningsbronnen met een veilige scheiding (PELV) volgens EN 61131-2 en
EN 60204-1 worden gebruikt.
Bij het plannen van de installatie dienen de technische gegevens van het apparaat
te worden aangehouden.
De aansluiting X6:4 (VO24_STO) van het apparaat mag niet worden gebruikt voor
op de veiligheid gerichte toepassingen. De spanning is alleen toegestaan voor de
voeding van de aansluiting voor een veilige uitschakeling X6 bij een ingestoken
doorverbindingstekker.
Voor veiligheidstechnische toepassingen met de apparaatvariant CSO moet de
jumperplug van de STO-ingang X6 worden verwijderd. Bij de apparaatvarianten
CSB en CSL wordt de functie STO alleen via de veiligheidsoptie geschakeld. De
STO-ingang X6 heeft geen functie en mag niet worden gebruikt voor veiligheidsge-
relateerde toepassingen.
Bij het aansluiten van de EI7C FS inbouw-encoder op MOVITRAC
geen TF-signaal via de encoderkabel worden overgedragen.
De veiligheidsbesturing en alle andere op de veiligheid gerichte deelsystemen
moeten minimaal zijn toegestaan voor de veiligheidsklasse die in het complete
systeem voor de desbetreffende, toepassingsspecifieke veiligheidsfunctie van de
aandrijving is vereist.
De volgende tabel laat een voorbeeld zien van de vereiste veiligheidsklasse van
de veiligheidsbesturing:
Applicatie
De bedrading van de veiligheidsbesturing moet geschikt zijn voor de nagestreefde
veiligheidsklasse (zie documentatie van de fabrikant). De STO-ingang van het ap-
paraat kan 2-polig (PM-schakelend) of 1-polig (P-schakelend) worden geschakeld.
Bij het uitvoeren van de schakeling moeten de voor de veiligheidsbesturing gespe-
cificeerde waarden strikt worden aangehouden.
Op de STO-ingang mogen geen contactloos werkende beveiligingen (zoals foto-
elektrische beveiligingen en scanners) conform EN 61496-1 en noodstopschake-
laars direct worden aangesloten. De verbinding moet via een veiligheidsbesturing
of een veiligheidsrelais tot stand worden gebracht.
Functionele veiligheid
Veiligheidstechnische voorwaarden
Vereiste voor veiligheidsbesturing
Performance Level d conform ISO 13849-1
SIL 2 conform IEC 61508
Technische handleiding – MOVITRAC
9
®
advanced mag
247
®
advanced