•
•
AANWIJZING
•
•
9.3.8
Vereisten voor het stopzetten in geval van nood volgens EN 60204-1 (noodstop)
De veiligheidsopties CSB en CSL zijn in combinatie met een noodstopbedieningsap-
paraat en de externe besturing geschikt voor het realiseren van een noodstop conform
EN 60204-1.
Als een verplaatsingscommando wacht, zal de aandrijving nadat de veiligheidsoptie
is bevestigd opnieuw aanlopen.
Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel.
•
9.3.9
Acceptatie
Om de veiligheid van een machine te bepalen, moet de fabrikant van het systeem een
algehele inspectie uitvoeren. De effectiviteit van elke risicobeperking moet worden be-
oordeeld. Ook moet worden gecontroleerd of de vereiste veiligheidsintegriteit (SIL en/
of PL) voor elke gerealiseerde veiligheidsdeelfunctie wordt bereikt.
De berekeningstool "SISTEMA" van het Institut für Arbeitsschutz van de Deutsche Ge-
setzliche Unfallversicherung (IFA) kan bijvoorbeeld worden gebruikt om de bereikte
veiligheidsintegriteit aan te tonen.
9.3.10
Eisen aan de werking
•
•
Voor het gebruik van het apparaat in op de veiligheid gerichte toepassingen die-
nen principieel de inbedrijfstellingstests van de uitschakelvoorziening en de juiste
elektrische aansluitingen te worden uitgevoerd en geprotocolleerd.
Voor de veiligheidsopties CSB en CSL worden de inbedrijfstellingstest en logging
ondersteund door het parametreringstool "Assist CS.." met een acceptatierapport.
Om een gevaar bij de betreffende toepassing te voorkomen, moet de gebruiker
controleren of de storingsreactietijd van iedere veiligheidsdeelfunctie bij het optre-
den van een storing kleiner is dan de maximaal toegestane storingsreactietijd van
de applicatie. De maximaal toegestane storingsreactietijd mag niet worden over-
schreden!
De gebruiker moet ervoor zorgen dat de vereisten van het vereiste Safety Integrity
Level (SIL) conform IEC 61508 of Performance Level (PL) conform EN ISO
13849-1 worden geïmplementeerd.
WAARSCHUWING
Trek het verplaatsingscommando in voordat u de veiligheidsoptie bevestigt.
Het bedrijf is alleen binnen de gespecificeerde limieten van de bijbehorende docu-
mentatie toegestaan. Dit geldt zowel voor de veiligheidsopties CSO/CSB/CSL als
voor de apparaten die erop zijn aangesloten.
De apparaatinterne diagnosefunctie is bij permanent vrijgegeven of permanent ge-
blokkeerde STO-ingang beperkt. Pas bij de niveauwissel van het STO-signaal
worden er uitgebreide diagnosefuncties uitgevoerd. Daarom moet de STO-ingang
van het apparaat voor PL d conform ISO 13849-1 en SIL 2 IEC 61800-5-2 ten min-
ste eenmaal per jaar bij een ingeschakelde netspanning worden opgevraagd, om
een complete testafdekking te verkrijgen. Hiervoor moet de volgende testprocedu-
re worden gevolgd.
Functionele veiligheid
Veiligheidstechnische voorwaarden
Technische handleiding – MOVITRAC
9
251
®
advanced